Beginnende van Jeruzalem · Lukas 24 · Pasen

Beginnende van Jeruzalem
Preek Lukas 24:47: En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem.

PDF LEESPREEK

YouTube player
Preek: Beginnende van Jeruzalem

SCHRIFTLEZING Lukas 24

45 Toen opende Hij hun verstand, opdat zij de Schriften verstonden;
46 En zeide tot hen: Alzo is er geschreven, en alzo moest de Christus lijden, en van de doden opstaan ten derden dage;
47 En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden onder alle volken, beginnende van Jeruzalem.
48 En gij zijt getuigen van deze dingen.
49 En zie, Ik zend de belofte Mijns Vaders op u; maar blijft gij in de stad Jeruzalem, totdat gij zult aangedaan zijn met kracht uit de hoogte.

LEES PREEK ONLINE:
BEGINNENDE VAN JERUZALEM

THEMA: Beginnende van Jeruzalem

We overdenken vanmorgen met Gods hulp Lukas 24:47, waar we lezen:
En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem.
We zouden deze tekst kunnen bekijken vanuit zendingsperspectief. We zouden kunnen letten op de prediking van bekering en vergeving van zonden onder alle volken.
Maar ik wil vanmorgen het accent vooral leggen bij dat wonderlijke begin van de verkondiging van dat Evangelie van bekering en vergeving van zonden: beginnende van Jeruzalem.

We gaan eerst kijken naar de betekenis van de woorden zelf. Wat is de betekenis van dat prediken van bekering en vergeving van zonden, beginnende van Jeruzalem.
En daarna is er een thema en zijn er twee punten.

Het thema voor de preek is:
Beginnende van Jeruzalem
En er zijn straks twee aandachtspunten:
1. Wat dat laat zien
2. Waarom dat zo is

Maar eerst dus de betekenis van de woorden: bekering en vergeving der zonden, beginnende van Jeruzalem.

a. Bekering en vergeving van zonden, dat is de inhoud van Gods boodschap.
We preken bekering.
We zeggen niet: ‘Neem Jezus aan, want Hij is ook voor jou gestorven.’
Nee, we preken: bekering. Zoals de Bijbel dat ook overal doet.

Door de mond van de profeet Ezechiël zegt de Heere: Ik heb geen lust aan den dood des stervenden, spreekt de Heere HEERE; daarom, bekeert u en leeft (Eze. 18:32).
En: Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls? (Eze. 33:11)
En de profeet Joël roept op het volk Israël op: En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot de HEERE uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade (Joël 2:13).

Het Oude Testament is er vol van, maar ook het Nieuwe Testament.
Petrus zegt op de Pinksterdag: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen (Hand. 2:38).
En Paulus zegt in Handelingen 17: God dan de tijden der onwetendheid overgezien hebbende, verkondigt nu alle mensen alom dat zij zich bekeren (Hand.17:30) […]

b. Dus, het gaat in de tekst van vanmorgen om bekering.
En (dat is het tweede) het gaat om vergeving van zonden.
Dat is het andere, het tweede, wat de opgestane Heere Jezus geven wil: vergeving.
Totale, volledige vergeving van zonden, voor altijd.

Maar niet zonder bekering en berouw.
Niet dat dat een voorwaarde is. Want ik zei het net al: bekering is niet iets wat wij presteren.
Maar iedereen kan het met zijn of haar gezonde verstand begrijpen:
Waarom zou je vergeving vragen, als je je zonden niet ziet?

En wat moet je met vergeving doen, als je doorgaat met je zonden?
Dan heb je toch geen Zaligmaker nodig, Die redt van verlorenheid en schuld?
Wie geen berouw heeft, wil geen genade vragen.
Wie geen berouw heeft, wil zich niet bekeren, en kan en zal nooit geloven.

c. Bekering en vergeving van zonden (zegt onze tekst) beginnende van Jeruzalem.
In Jeruzalem, daar woonden de mensen die God had uitverkoren boven alle andere volken (Deut. 7:7). Daar had God Zijn huis, de tempel. Daar werden de offers gebracht.
Geen stad op aarde was meer bevoorrecht en gezegend als Jeruzalem.

Maar Jeruzalem had ook een inktzwarte schaduwkant.
Jeruzalem was verworden tot een centrum van huichelarij en geveinsdheid (Luk. 3:7).
Een stad vol moord, onrecht en onderdrukking (Matt. 21:13, Luk. 20:47). De stad waar Christus, de mensgeworden Zoon van God, was bespot, geslagen en vermoord.

Jeremia zei het al, zo zegt HEERE: Want tot Mijn toorn en tot Mijn grimmigheid is Mij deze stad geweest, van de dag af dat zij haar gebouwd hebben, tot op deze dag toe; opdat Ik haar van Mijn aangezicht wegdeed (Jer. 32:31).
Jeruzalem is ook symbool van goddeloosheid en haat, van vijandschap en moord.
De mensen die er wonen, hebben Gods verbond veracht en verbroken.
Ze hebben gezondigd tegen al Gods geboden. Ze zijn de grootste zondaars.
Ze hebben Jezus van Nazareth gekruisigd. Ze zijn Zijn grootste vijanden.

Maar nu, in deze nieuwe tijd, nu moet Evangelie gepreekt worden in Jeruzalem!
En ook nu, hier!
Het Evangelie van bekering en vergeving van zonden. Juist tegen zulke mensen:
Beginnende van Jeruzalem!

En we gaan met Gods hulp zien (in onze twee aandachtspunten): Wat dat laat zien,
en: Waarom dat zo is.

Maar we zingen eerst uit Psalm 95:4:
Want Hij is onze God, en wij
Zijn ’t volk van Zijne heerschappij,
De schapen, die Zijn hand wil weiden;
Zo gij Zijn stem dan heden hoort,
Gelooft Zijn heil- en troostrijk woord;

Er moet gepredikt worden bekering en vergeving van zonden, beginnende van Jeruzalem.
Ons eerste aandachtspunt:

1. Wat dat laat zien: beginnende van Jeruzalem

Waarom (alvast wat vooruitlopend op punt 2), waarom moeten de discipelen zo meteen beginnen in Jeruzalem?
a. Zeker, omdat dat zo was voorzegd in het Oude Testament. Dat was ook een reden dat het moest.
De profeet Jesaja had geprofeteerd: Want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem (Jes. 2:3). En de profeet Joël had geprofeteerd: Op de berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn (Joël 2:32). En de profeet Zacharia had gesproken over levende water, stromend uit Jeruzalem (Zach. 14:8).
En de profetie moest vervuld worden.

b. En zeker, het was ook omdat in Jeruzalem kortgeleden alles gebeurd was: daar was de Heere gestorven en begraven, daar was Hij opgestaan en verschenen.
Maar er zijn nog meer redenen te noemen.

Waarom stuurt God Zijn knechten naar bepaalde plaatsen om te preken?
Zoals naar stad Jeruzalem?

c. Ook omdat de tijd van Jeruzalem nog maar kort is. Jeruzalem zal verwoest worden.
d. En God stuurt Zijn discipelen ook als eerste naar Jeruzalem, omdat daar oppositie te verwachten is.
Daar waar mensen wonen, die het Evangelie al jaren kennen, en haten!
Daar zal het gaan gisten. Want daar leeft diepe vijandschap tegen de Jezus, Die ze moeten gaan preken.
De discipelen zijn er bang voor (begrijpelijk). Ze doen de deur op slot, om de vrees der Joden. Maar God stuurt ze er wel naar toe. Want genade zal dat verzet breken!

Waarom stuurt De Heere Jezus Zijn discipelen als eerste naar Jeruzalem?
e. Vooral omdat daar (hoewel de mensen zich uitermate godsdienstig en goed voelen), vooral omdat daar (en hier) de grootste zondaars wonen.
Daarom moeten de discipelen beginnen in Jeruzalem.

En wat dat laat zien? Wat dat schetst?
Twee dingen:
a. De weergaloze liefde van Christus tot zondaars.
Dit schetst Zijn onbegrijpelijke liefde. Dat Hij de hemelse heerlijkheid bij Zijn Vader verliet, dat Hij de walg van de zonde in deze wereld verdroeg, dat Hij leed en stierf aan het kruis, en… dat Hij de vrucht, het resultaat daarvan wil geven aan de allerslechtste mensen.

Dat was trouwens heel Zijn leven al te merken geweest: aan wie Hij opzocht, en aan wat Hij zei.
Hij zei: Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben (Luk. 15:7). In de hemel wordt niet gezongen van blijdschap over godsdienstige en goed gelovende mensen. Maar over zondaars, die berouw hebben en zich bekeren!

De bekering van zondaars was het liefste werk van de Heere Jezus. Daarom zocht Hij Levi, Zacheüs, de Kananese vrouw, de Samaritaanse vrouw, de moordenaar aan het kruis. Kortom: hoeren en tollenaars.

En die weergaloze liefde van Christus is nog steeds zo. Die is niet veranderd.
Hij zoekt slechte, verloren, vijandige en verharde mensen, die van zichzelf niet willen.

2. En dat schetst als tweede de ruimte die er is in Zijn bloed.
Er is in Zijn vergevende genade geen tekort of gebrek.
De Dordtse Leerregels zeggen (DL II, 3): De dood van de Zoon van God is de enige en volmaakte offerande en genoegdoening voor de zonden; van oneindige kracht en waardigheid, overvloediglijk genoegzaam tot verzoening van de zonden der ganse wereld.
Kortom: oneindige liefde en oneindige ruimte voor de allerslechtsten!

Wij zijn geneigd om de beste mensen voorrang te geven. Maar de Heere geeft voorrang aan de slechtste!
Want, meisjes en jongens, wie moet er het eerst gewassen worden? Wie een beetje vies is, of wie heel erg vies is?
Klopt: wie het meest vies is, die gaat het eerst onder de douche.
Zondaars, erge zondaars, slechte zondaars, allerslechtste zondaars, u wordt als eerste door God genodigd! De Meester is daar en Hij roept u! Om u als eerste te helpen!

Ja, ik weet het: juist u bent geneigd om te denken, dat het voor u niet kan.
Maar denk niet, dat u te slecht bent.
En denk ook zeker niet, dat u eerst uzelf moet opknappen. Dat is een rechtstreekse afwijzing van dit Evangelie-aanbod.
De Heere heeft Zelf gezegd: predik bekering en vergeving van zonden, en… begin bij Mijn vijanden en moordenaars.

Als u zich zo slecht niet voelt, dan kan ik me voorstellen dat u dit mateloos irriteert.
Maar als dit uw leven is, vijand, moordenaar, verwerper van de Zaligmaker, dan is dit een blijde boodschap voor u!
U kunt het van blijdschap misschien wel niet geloven (vers 41).
Maar het is wel waar! De Heere roept juist u, als eerste!
Kom dan, zoals u bent: ellendig, arm, jammerlijk, blind en naakt (Openb. 3:17).

Bent u te hard, te koud, te vijandig, te slecht?
Omdat u nog steeds in zonde leeft? Tegen beter weten in?
Omdat u de Zaligmaker hebt veracht? Omdat u Zijn bloed hebt vertrapt?
Denkt u dat?
Maar dan hoort u juist bij dit soort van mensen! Bij de grootste van de zondaars!

Ik preek u in Jezus’ Naam bekering!
Breek met uw zonden en kom. Met blijvend berouw en belijdenis van schuld.
Ik preek u in Jezus’ Naam vergeving van zonden!
Leg uw hemelhoge schuld op het hoofd van het Lam Gods. Dat door God gegeven is tot bekering en vergeving van zonden.
Ons tweede aandachtspunt:

2. Waarom dat zo is: beginnende van Jeruzalem

Ik noemde u zojuist al een paar redenen, waarom de discipelen moeten beginnen in Jeruzalem: dat was door de profeten voorzegd, daar was ook alles gebeurd, en de tijd voor Jeruzalem was nog maar kort. En bovendien, daar was oppositie, daar was onrust te verwachten. Maar genade overwint.
Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE der heirscharen (Zach. 4:6).

Maar laten we nog wat meer proberen door te dringen tot de kern!
Waarom is genade bestemd voor de grootste van de zondaars? Voor vijanden en niet voor goedwillende vrienden?
Waarom wordt er nu genade aangeboden aan de slechtsten van u?

Wie wordt er op de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis als eerste geholpen?
De ergste gewonde, de ergste zieke toch?
Naar wie wordt de reddingsboei gegooid? Toch naar degene die heel hard ‘help’ roept, omdat hij of zij bezig is te verdrinken?

Zo is het ook hier en nu!
Ik mag namens mijn Meester genade aanbieden, vrije en onverdiende genade, oprecht en welgemeend, als eerste aan de grootste van de zondaars!
Waarom?

a. Omdat (dat is de eerste reden), omdat u die genade het meest nodig hebt.
U die onder dreigt te gaan onder de golven van uw hemelhoge schuld, luister!
Er is genade beschikbaar, genade voor de allergrootste van de zondaars.
Want Jezus is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was.
De Heere heeft het toch Zelf gezegd: Die gezond zijn, hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn (Luk. 5:31)?
Daarom at Hij met tollenaars en zondaars.
En daarom nodigt Hij u, nu!

Die genade past niet bij eigen gerechtigheid, bij eigen gemaakt geloof, bij eigen keuze of eigen goede werken.
Genade past bij schuld. Bij ellende, nood en dood. Bij totale mislukking.
Gratie wordt gegeven aan ter dood veroordeelden.

Dus, genade wordt aangeboden aan de grootste van de zondaars, omdat u die genade het meeste nodig hebt.

b. En (dat is de tweede reden) omdat zo de Naam van Christus meest verheerlijkt wordt.
Die wordt niet verheerlijkt, die wordt zelfs gelasterd, zolang wij denken dat het wel meevalt met onze zonden; zolang wij denken dat we onszelf wel kunnen verbeteren; zolang wij denken dat we zonder bekering en berouw kunnen geloven of dat we in eigen kracht kunnen geloven.

Maar Christus wordt groot, krijgt glorie en heerlijkheid, als Zijn bloed gedrupt wordt op verloren mensenharten. Op harten van mensen zoals Adam, Lot, Simson, David, Manasse, Zacheüs, Petrus, de moordenaar kruis en Saulus van Tarsen.
Kleine zondaars (als die al zouden bestaan) brengen Christus weinig eer
Grote zondaars brengen Hem veel eer.

Maar de allergrootste zondaars brengen Hem de meeste eer! Omdat ze Hem de meeste zonden brengen.
O, kom dan, geef uw zonden die veel zijn, aan Christus!
Het geeft Hem alle eer.

c. En het zal ook (als derde) anderen aanmoedigen uw voorbeeld te volgen.
Adam, die brak met God, kreeg genade. Waarom?
Om u die sprekend op hem lijkt, aan te moedigen.
David, die overspel deed met Bathseba en die Uria vermoordde, kreeg genade. Waarom? Om u die sprekend op hem lijkt, aan te moedigen. U mag moed scheppen uit zijn behoudenis.
Paulus, een man vol trots en eigen gerechtigheid, maar vijand van genade, kreeg genade.
Waarom? Om u die sprekend op hem lijkt, aan te moedigen

Hij zegt het zelf: Ik was tevoren een godslasteraar en een vervolger en een verdrukker; maar mij is barmhartigheid geschied (1 Tim. 1:13).
Maar daarom(!) is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste ben, al Zijn lankmoedigheid zou betonen, tot een voorbeeld(!) dergenen die in Hem geloven zullen ten eeuwigen leven (1 Tim. 1:16).

U, die een groot zondaar bent, u bent geneigd te denken dat uw zonden te groot en te veel zijn. Maar dat is niet waar!
Christus is veel gewilliger u genade te geven, dan dat u bent om die genade te vragen.
Want om dat te doen, moet u heel diep buigen. En zeggen: ‘Ja, Heere, zo’n zondaar ben ik.’
Heel veel mensen gaan verloren omdat ze dat niet willen!
Maar, kom, buig uw hoofd en zeg: ‘Ja, Heere, hier ben ik. Ik belijd aan U al mijn ongerechtigheid. Drup toch Uw verzoenende bloed op mijn hemelhoge schuld?’

d. Er is nog een vierde reden, waarom de allergrootste zondaars zoals die van Jeruzalem, als eerste geholpen worden. Zij zullen, als Heere hun zonden vergeeft, Hem het meeste gaan liefhebben.
Als je (denk maar aan de geschiedenis van de zondares die de voeten van Jezus zalfde, uit Lukas 7), als je nooit met tranen van berouw en schaamte de voeten van Jezus hebt natgemaakt, dan ken je de zondaarsliefde van Christus niet.
Maar als je met tranen aan Zijn voeten komt, en weer komt, en terugkomt, dan zegt de Heere: Wie veel vergeven is, heeft veel lief (Luk. 7:47).

En Christus heeft niet alleen zondaars lief, maar Hij wordt ook hoog geëerd door de liefde van zondaars tot Hem!
O, zondaars, kom tot een liefhebbende Christus. En heb Hem hartelijk lief om zoveel genade en gunst.

e. God nodigt (als vijfde en laatste) ook de allerslechtste van de mensen, zodat niemand op de dag van het oordeel ook maar één enkel excuus zou hebben.
Nooit zult u (met Kain) kunnen zeggen: Mijn zonden waren te groot (Gen. 4:13).
Want u hoorde hier de nodiging: Komt dan, en laat ons tezamen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol (Jes. 1:18).

U hoorde hier de nodiging. En straks zult u de bewijzen zien van de waarheid van die belofte, aan Gods rechterhand, stralend van hemelse vreugde: Adam, Lot, Simson, David, Manasse, Petrus, Paulus van Tarsen… De hemel zal vol zijn van geredde zondaars, van de slechtste soort. Die eeuwig zullen zingen van genade en goedheid.

En als u dan buiten staat, dan zal u maar één ding kunnen concluderen
Uw zonden zijn niet de reden van uw ondergang.
Maar u wilde niet horen bij de zondaars, daar voelde u zich te goed voor.
En u geloofde de hartelijke en liefdevolle woorden van Jezus niet. U maakte God uit voor een leugenaar. U wilde niet buigen.
Lieve mensen, weet en geloof: de meest liefdevolle nodiging om tot genade te komen, zal u in de dag van het gericht in het gezicht slaan! Het zal Tyrus en Sidon verdraaglijker zijn in den dag des oordeels dan ulieden (Matt. 11:22).

We gaan samen zingen uit Psalm 51:7, en dan heb ik nog kort een paar laatste woorden. Psalm 51:7:
Dan zal ik elk, die ’t heilspoor bijster is,
Vrijmoedig al Uw rechte wegen leren;
De zondaar zal zich dan tot U bekeren,
En scheppen moed uit mijn behoudenis.
O God, Gij God mijns heils, vergeef mijn schuld,
Mijn bloedschuld toch, hoe billijk ook te doemen;
Dan zal mijn mond, met zangstof weer vervuld,
Uw heilig recht, gepaard met goedheid, roemen.

Gemeente, nog een paar laatste woorden. Bekering en vergeving moet gepredikt worden en wordt gepredikt, beginnende in Jeruzalem.
Hebt u zich al bekeerd? Hebt u al berouw gehad over uw zonden?
Bent u al gekomen met smeking en geween, om uw schuld voor de Heere te belijden?
En heb u al gezien en persoonlijk ervaren, dat Heere genade geeft aan de grootste van de zondaren?

Als dat niet zo is, mag ik u dan vragen wat reden daarvan is?
Hebt u niks met God? Luistert u daarom niet naar wat Hij zegt?
Gelooft u niet, dat u op weg bent naar de eeuwigheid?
Hebt u geen onsterfelijke ziel?
Denkt u dat u zelf een manier zult vinden om het oordeel te ontgaan?
Vertrouwt u het aanbod niet? Maar dan wantrouwt u Christus!
Of… voelt u zich er te goed voor?

Denkt u niet, dat u de Zaligmaker heel veel verdriet doet?
De laatste (lijdens)weken hebt u gehoord, wat Hij allemaal heeft gedaan.
En nu biedt Hij u gratis genade en vergeving aan, aan u, als de allerslechtste.
Vergeving van uw hemelhoge schuld, vergeving van al uw zonden en misdaden.
En nu zegt u: Laat maar, aan de kennis van Uw wegen hebben wij geen lust (Job 21:14).

Moet u dan, net als ik, ook niet onwillekeurig denken aan de tranen die Jezus over Jeruzalem huilde, toen Hij zei: Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt, en stenigt die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeen vergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens onder de vleugelen vergadert, en gijlieden hebt niet gewild (Luk. 13:34).

Wat is uw antwoord op Zijn hartelijke uitnodiging?
Daar hangt echt alles van af: uw leven, uw toekomst, uw eeuwigheid…

Bekeert u en gelooft het Evangelie!
Bukt u? Buigt u? Breekt u? Dan zult u zalig worden!
Blijft u staan? Aarzelend? Bijna christen, maar dit is uiteindelijk toch teveel gevraagd? Erkennen dat u zo slecht bent? Dan gaat u zeker voor eeuwig verloren.

Kom dan toch! Door de weg die de Heere u wijst.
Niet hoogmoedig, niet zonder berouw en bekering. Want dat is klinkklare hoogmoed.
Trouwens, zonder uw zonden te zien en te geloven, zult u ook nooit tot Christus komen.
Nee, kom met berouw, als een vernederde zondaar, met een gebogen hoofd, en breek met uw zonden.
Kom en draag die, uw zonden, tot Christus. Dan zal Hij ze wegdragen!
Geloof in de Heere Jezus Christus, Die kwam om vuile zondaars te redden van hun ondergang, en u zult zalig worden.

Maar laat tot slot dit ook tot u doordringen:
Het aanbod van het Evangelie is slechts een dagaanbieding.
Morgen kan het te laat zijn. Kom nu!
God zal niet altijd twisten met de mens (Gen. 6:3). En Christus zal niet blijven nodigen
Het afwijzen van de allervriendelijkste nodiging doet Hem bitter verdriet. Dat kan en zal niet eindeloos duren.

Daarom: Draal niet, slaap niet, weiger niet, maar kom!
Ziet toe (zegt de Hebreeënbrief) dat u Dien Die spreekt (Christus), niet verwerpt; want indien dezen niet zijn ontvloden, die dengene verwierpen welke op aarde Goddelijke antwoorden gaf (dat was: Mozes), veel meer zullen wij niet ontvlieden, zo wij ons van Die afkeren Die van de hemelen is. Namelijk van de verhoogde Christus, Die zit aan de rechterhand van Zijn Vader in de hemel (Hebr. 12:25).
Gemeente, verhard u niet, maar laat u leiden.

Amen.

Links bij preek Lukas 24:45-49: Beginnende van Jeruzalem
Eerste verschijning discipelen: Vrede! (Lukas 24) – Pasen
Zij meenden zij geest zagen (Lukas 24) – Pasen
Lees meer:
– Kanttekeningen bij Lukas 24