Bijbelboek Judas · deel I · vers 1-7

Preek Bijbelboek Judas vers 1: Judas, een dienstknecht van JEZUS CHRISTUS, en broeder van Jakobus, aan de geroepenen, die door God den Vader geheiligd zijn, en door Jezus Christus bewaard.

Serie drie preken over de Bijbelboek Judas

Deel 1Deel 2Deel 3

PDF LEESPREEK (1)

YouTube player

Schriftlezing Bijbelboek Judas : 1-7

1 JUDAS, een dienstknecht van JEZUS CHRISTUS, en broeder van Jakobus, aan de geroepenen, die door God den Vader geheiligd zijn, en door Jezus Christus bewaard:
2 Barmhartigheid, en vrede, en liefde zij u vermenigvuldigd.

3 Geliefden, alzo ik alle naarstigheid doe om u te schrijven van de gemene zaligheid, zo heb ik noodzaak gehad aan u te schrijven, en u te vermanen, dat gij strijdt voor het geloof, dat eenmaal den heiligen overgeleverd is.
4 Want er zijn sommige mensen ingeslopen, die eertijds tot ditzelve oordeel tevoren opgeschreven zijn, goddelozen, die de genade onzes Gods veranderen in ontuchtigheid, en den enigen Heerser, God, en onzen Heere Jezus Christus verloochenen.

5 Maar ik wil u indachtig maken, als die dit eenmaal weet, dat de Heere het volk uit Egypteland verlost hebbende, wederom degenen die niet geloofden, verdorven heeft.
6 En de engelen die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel des groten dags met eeuwige banden onder de duisternis bewaard;
7 Gelijk Sódom en Gomórra, en de steden rondom dezelve, die op gelijke wijze als deze gehoereerd hebben, en ander vlees zijn nagegaan, tot een voorbeeld voorgesteld zijn, dragende de straf des eeuwigen vuurs.

Inleiding preek Bijbelboek Judas

Gemeente, de preek van vanmorgen gaat over het voorgelezen Schriftgedeelte, de brief van de apostel Judas, het Bijbelboek Judas, en daarvan de verzen 1 tot en met 7.
De twee keren hierna wil ik graag het vervolg van deze brief met u overdenken. Vandaag dus deel I over de brief van Judas.
Vanmorgen overdenken we met Gods hulp de verzen 1 tot en met 7, vers-voor-vers.

Geadresseerden Bijbelboek Judas

Vers 1 Bijbelboek Judas
Judas, een dienstknecht van JEZUS CHRISTUS, en broeder van Jakobus, aan de geroepenen, die door God den Vader geheiligd zijn, en door Jezus Christus bewaard.

Van wie is deze brief?
Van Judas, zo heet de apostel, die deze brief schrijft.
En daar waren er tenminste twee van:
We kennen Judas Iskariot, de discipel die de Heere Jezus verraden heeft. Van hem is deze brief niet.
Deze Judas wordt in Mattheüs 10:3 genoemd Lebbeüs (geboren in het plaatsje Lebba) of Thaddeüs.

Hij is een broeder van Jakobus, en dus een broer of misschien een neef van de Heere Jezus. Maar het valt op dat hij dat niet als eerste zegt. Hij is niet trots op zijn afkomst, maar zegt als eerste nederig: Ik ben een dienstknecht van Jezus Christus.

En aan wie stuurt de apostel Judas deze brief?
Waarschijnlijk aan gemeenten van gevluchte Joden, die christen zijn geworden.
Na de dood van Stefanus (Hand. 8) kwam er een grote vervolging en zijn veel christenen gevlucht. Zij vormden uiteindelijk een soort vluchtelingengemeentes, waar zich later ook heidenen bij aansloten.

Lezers van Bijbelboek Judas

Die mensen, aan wie Judas schrijft, typeert hij op een bijzondere manier. Hij noemt ze:

a. geroepenen

Ze zijn geroepen door de ‘uitwendige roeping’, door de prediking van het Evangelie.
Maar niet alleen dat. Ze zijn ook krachtig, in hun hart geroepen door de ‘inwendige roeping’, door het Woord en door de Heilige Geest. Waardoor ze die genadige roeping van de Heere aangenomen hebben.

Als u destijds in een van die gemeenten gezeten zou hebben, zou u dan ook horen bij die geroepenen?
Die niet alleen geroepen zijn met het aanbod van genade, maar die die genade (door genade) ook aangenomen hebben?
Als God komt, als de Heere spreekt, dan wordt (zegt de puriteinse dominee Thomas Manton) de ziel in staat gesteld om te doen waartoe hij of zij opgeroepen wordt!

God zegt: Kom tot Christus!
En de ziel antwoordt: Heere, ik kom! (Ps. 27:8, Jer. 3:22)
Is dat ook een typering van uw en jouw leven?

Hoe je dat kan weten? Heel eenvoudig aan deze drie dingen:
a. Dan weet je van een door God gewerkt verdriet over je zonden.
De Heere zegt door de mond van Jeremia: Zij zullen komen met geween, en met smekingen zal Ik hen voeren (Jer. 31:9).

b. Dan weet je (in de tweede plaats) ook van het Goddelijke wonder, dat je geroepen bent uit de duisternis tot Gods wonderlijke licht (1 Petr. 2:9). Tot het wonder, tot de zoetheid, tot de kracht van vergevende genade, door de liefde van Christus en door het werk van de Heilige Geest.
c. Dan weet je (als derde) ook van een hartelijk verlangen, van een nieuwe wil om de Heere te gehoorzamen en te volgen, in alles, welk verzet dat ook zou kunnen opleveren.

SERIE PREKEN OVER BIJBELBOEK JUDAS

b. geheiligd door God de Vader.

Apart gezet in deze wereld, om zich aan God toe te wijden, in Zijn dienst.
Hoort u, hoor jij ook bij die geheiligden?
Apart gezet, als Gods eigendom, helemaal en alleen voor Hem?
Trouwens, werd het bij je doop al niet gezegd: dat we in Christus geheiligd zijn?

Dat is mooi…, maar de vraag is natuurlijk wel: wat komt daarvan terecht?
Hoe staat het daarmee?
Is ons leven echt gericht op God, en aan Hem gewijd?
Of wijden we ons leven, onze tijd, onze energie, ons bezit, onze talenten aan… onszelf?
Aan ons eigen welbevinden? Aan onze eigen carrière, aan ons geluk, aan onze toekomst?

c. bewaard door Jezus Christus.

Staande gebleven, niet afgevallen van het geloof, maar door Jezus Christus bewaard.
Horen wij daar ook bij? Bij die mensen die door Jezus Christus staande worden gehouden?
Niet zo maar in uiterlijke zin, zo van: ‘ondanks steelse blikken, ondanks verhulde glimlachen en steeds minder ruimte om onszelf te zijn, blijven we als refo’s gelukkig wie we waren, en doen we gelukkig nog steeds wat we altijd al deden…’
Maar (daar gaat het om!): staande gebleven en bewaard in het geloof!
Dat zijn toch wel belangrijke vragen, gemeente. Enz.

Zegenwens Bijbelboek Judas

vers 2 Bijbelboek Judas
Barmhartigheid, en vrede, en liefde zij u vermenigvuldigd.
Als bemoediging. Want wie het geloof naar eigen ideeën invult, die heeft het gemakkelijk. Maar wie staande wil blijven in aanvechting, in verleiding en in eigen zwakte, die heeft dit nodig:
a. barmhartigheid.
Het brandende liefdehart van God
b. vrede.
Vrede met God, door het bloed van de Heere Jezus Christus, dat echte vrede geeft.
Hoe moeilijk en hoe anders het leven ook gaat, dan dat je eerder dacht of hoopte. En:
c. liefde
De gunst, het dichtbij-zijn van God.

Dat alles zij u vermenigvuldigd.
Want in God is een overvloed van ontferming, vrede en liefde.
En uit die overvloed wil God u geven, mild en overvloedig.

Vermaning Bijbelboek Judas

Vers 3 Bijbelboek Judas:
Geliefden, alzo ik alle naarstigheid doe om u te schrijven van de gemene zaligheid, zo heb ik noodzaak gehad aan u te schrijven, en u te vermanen, dat u strijdt voor het geloof, dat eenmaal (aan) den heiligen overgeleverd is.
Er dreigen gevaren, en dus schrijft de apostel Judas:
a. met alle naarstigheid.
Met drang, gedrongen door de liefde van Christus. Want waarschuwingen kunnen vervelend klinken, en ze kunnen pijn doen.
Maar Bijbelse waarschuwingen komen voort uit liefde, uit het zoeken van iemands redding en behoud.
Met alle naarstigheid en:

b. met noodzaak (zo heb ik noodzaak gehad).
Met andere woorden: dit moet echt, hier moet ik u echt over schrijven!

Er dreigen gevaren, en dus schrijft Judas met drang en met noodzaak over de gemene zaligheid. Over de algemene zaligheid, dat wil zeggen: over het zaligmakende geloof, over de leer van de zaligheid.
Waarvan Paulus zegt tegen Timotheüs: Dit is een betrouwbaar woord en aller aanneming waardig (1 Tim. 1:15).
Het is de leer van zonde, en van genade alleen. Van vergeving van zonden door het bloed van het kruis, en van een heilig leven, gericht op God.
En zij (en wij) moeten daarvoor strijden! Dat is een zaak van levensbelang!