Preek Doopformulier (6): Verbond Abraham en zaad
Verbond met Abraham en zijn zaad
Uitgangspunt Genesis 17:7: Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God en uw zaad na u.
Thema preek Doopformulier (6): Het verbond Abraham en zijn zaad
De grond van de kinderdoop
1. Heilige Doop en de allerkleinsten
2. Heilige Doop en de gemeente
Liturgie dienst:
Psalm 111:3
Psalm 111:5
Lezen Genesis 17:1-14
Psalm 147:1,10
Psalm 100:4
Psalm 72:9
Gedeelte doopformulier:
En hoewel onze kinderen deze dingen niet verstaan, zo mag men ze nochtans daarom van de Doop niet uitsluiten, aangezien zij ook zonder hun weten der verdoemenis in Adam deelachtig zijn, en alzo ook weder in Christus tot genade aangenomen worden;
Gelijk God spreekt tot Abraham, de vader aller gelovigen, en overzulks mede tot ons en onze kinderen, zeggende (Gen. 17:7): Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God en uw zaad na u.
Schriftlezing Genesis 17:
Als nu Abram negen en negentig jaren oud was, zo verscheen de HEERE aan Abram, en zeide tot hem: Ik ben God, de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht, en zijt oprecht!
En Ik zal Mijn verbond stellen tussen Mij en tussen u, en Ik zal u gans zeer vermenigvuldigen.
Toen viel Abram op zijn aangezicht, en God sprak met hem, zeggende:
Mij aangaande, zie, Mijn verbond is met u; en gij zult tot een vader van menigte der volken worden!
En uw naam zal niet meer genoemd worden Abram; maar uw naam zal wezen Abraham; want Ik heb u gesteld tot een vader van menigte der volken. En Ik zal u gans zeer vruchtbaar maken, en Ik zal u tot volken stellen, en koningen zullen uit u voortkomen.
En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u. En Ik zal u, en uw zaad na u, het land uwer vreemdelingschappen geven, het gehele land Kanaan, tot eeuwige bezitting; en Ik zal hun tot een God zijn.
Voorts zeide God tot Abraham: Gij nu zult Mijn verbond houden, gij, en uw zaad na u, in hun geslachten. Dit is Mijn verbond, dat gijlieden houden zult tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u: dat al wat mannelijk is, u besneden worde. En gij zult het vlees uwer voorhuid besnijden; en dat zal tot een teken zijn van het verbond tussen Mij en tussen u.
Een zoontje dan van acht dagen zal u besneden worden, al wat mannelijk is in uw geslachten: de ingeborene van het huis, en de gekochte met geld van allen vreemde, welke niet is van uw zaad;
De ingeborene van uw huis, en de gekochte met uw geld zal zekerlijk besneden worden; en Mijn verbond zal zijn in ulieder vlees, tot een eeuwig verbond. En wat mannelijk is, de voorhuid hebbende, wiens voorhuids vlees niet zal besneden worden, dezelve ziel zal uit haar volken uitgeroeid worden; hij heeft Mijn verbond gebroken.
Links bij preek Doopformulier (6): Het verbond Abraham en zijn zaad
– Preek Doopformulier (5): Oproep tot nieuwe gehoorzaamheid
– Preek Doopformulier (7): Laat de kinderen tot Mij komen
Lees meer:
– Ds. C. Harinck over Doopformulier