Preek Zondag 34: God sprak al deze woorden

Preek Zondag 34:

God sprak al deze woorden
1. De wet des Heeren en de indeling ervan
2. Het eerste gebod en de betekenis ervan

PDF LEESPREEK

YouTube player

Tekst Catechismus Heidelberg Zondag 34
Vraag 92. Hoe luidt de wet des Heeren?
Antwoord. God sprak al deze woorden zeggende: Ik ben de HEERE uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb, enz.

Vraag 93. Hoe worden deze Tien Geboden gedeeld?
Antwoord. In twee tafelen; waarvan de eerste leert, hoe wij ons jegens God zullen houden; de andere, wat wij onzen naaste schuldig zijn.

Vraag 94, Zondag 34. Wat gebiedt God in het eerste gebod?

Antwoord. Dat ik, zo lief als mij mijner ziele zaligheid is, alle afgoderij, toverij, waarzegging, superstitie of bijgeloof, aanroeping van de heiligen of van andere schepselen, mijde en vliede, en den enigen waren God recht lere kennen, Hem alleen vertrouwe, in alle ootmoedigheid en lijdzaamheid mij Hem alleen onderwerpe, van Hem alleen alles goeds verwachte, Hem van ganser harte liefhebbe, vreze en ere, alzo, dat ik eer van alle schepselen afga en die varen late, dan dat ik in het allerminste tegen Zijn wil doe.

Vraag 95, Zondag 34. Wat is afgoderij?

Antwoord. Afgoderij is in de plaats des enigen waren Gods, Die Zich in Zijn Woord geopenbaard heeft, of benevens Hem, iets anders verzinnen of hebben, waarop de mens zijn vertrouwen zet.

Schriftlezing preek Zondag 34 – Mattheüs 22:34-40:
En de Farizeeën, gehoord hebbende, dat Hij de Sadduceeën den mond gestopt had, zijn te zamen bijeen vergaderd.
En een uit hen, zijnde een Wetgeleerde, heeft gevraagd, Hem verzoekende, en zeggende: Meester! welk is het grote gebod in de wet?
En Jezus zeide tot hem: Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand.
Dit is het eerste en het grote gebod.
En het tweede aan dit gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven.
Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.
Als nu de Farizeeën samen vergaderd waren, vraagde hun Jezus,
En zeide: Wat dunkt u van den Christus? Wiens Zoon is Hij? Zij zeiden tot Hem: Davids Zoon.
Hij zeide tot hen: Hoe noemt Hem dan David, in de Geest, zijn Heere? zeggende: De Heere heeft gezegd tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten.
Indien Hem dan David noemt zijn Heere, hoe is Hij zijn Zoon?
En niemand kon Hem een woord antwoorden; noch iemand durfde Hem van dien dag aan iets meer vragen.

Links bij preek Zondag 34 Heidelberger Catechismus
– Preek catechismus zondag 33
– Preek catechismus zondag 35
Externe links
– Catechismus in gewone taal: zondag 34

TERUG CATECHISMUS