| Preek over: Ben ik het, Heere? Mattheüs 26:22: En zij, zeer bedroefd geworden zijnde, begon een iegelijk van hen tot Hem te zeggen: “Ben ik het, Heere?” |
| Bijbelgedeelte Mattheüs 26: Ben ik het, Heere? 20 En als het avond geworden was, zat Hij aan met de twaalve. 21 En toen zij aten, zeide Hij: Voorwaar Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden. 22 En zij zeer bedroefd geworden zijnde, begon een iegelijk van hen tot Hem te zeggen: Ben ik het, Heere? 23 En Hij antwoordende zeide: Die de hand met Mij in den schotel indoopt, die zal Mij verraden. 24 De Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk van Hem geschreven is; maar wee dien mens door welken de Zoon des mensen verraden wordt; het ware hem goed, zo die mens niet geboren ware geweest. 25 En Judas, die Hem verried, antwoordde en zeide: Ben ik het, Rabbi? Hij zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. |
Zoekwoorden: Twijfel, Vrees, Zelfonderzoek
