Saulus van Tarsen bidt – Handelingen 9

8/maart/2017

Bijzondere Diensten: Biddag

Bijbelboeken: Handelingen

Saulus van Tarsen bidt - Handelingen 9
Preek over: Saulus van Tarsen bidt
Handelingen 9:11: Want zie, hij (Saulus van Tarsen) bidt. En hij heeft in een gezicht gezien, dat een man, met name Ananias, inkwam, en hem de hand oplegde, opdat hij wederom ziende werd.

Bijbelgedeelte Handelingen 9: Saulus van Tarsen bidt
8 En Saulus stond op van de aarde; en als hij zijn ogen opendeed, zag hij niemand. En zij hem bij de hand leidende, brachten hem te Damascus.
9 En hij was drie dagen dat hij niet zag, en at niet en dronk niet.
10 En er was een zeker discipel te Damascus, met name Ananías; en de Heere zeide tot hem in een gezicht: Ananías. En hij zeide: Zie, hier ben ik, Heere.

11 En de Heere zeide tot hem: Sta op, en ga in de straat genaamd de Rechte, en vraag in het huis van Judas naar een, met name Saulus, van Tarsen; want zie, hij bidt;
12 En hij heeft in een gezicht gezien dat een man, met name Ananías, inkwam, en hem de hand oplegde, opdat hij wederom ziende werd.
13 En Ananías antwoordde: Heere, ik heb uit velen gehoord van dezen man, hoeveel kwaad hij Uw heiligen in Jeruzalem gedaan heeft;
14 En hij heeft hier macht van de overpriesters, om te binden allen die Uw Naam aanroepen.

15 Maar de Heere zeide tot hem: Ga heen, want deze is Mij een uitverkoren vat, om Mijn Naam te dragen voor de heidenen en de koningen en de kinderen Israëls;
16 Want Ik zal hem tonen hoeveel hij lijden moet om Mijn Naam.
17 En Ananías ging heen en kwam in het huis; en de handen op hem leggende, zeide hij: Saul, broeder, de Heere heeft mij gezonden, namelijk Jezus, Die u verschenen is op den weg dien gij kwaamt, opdat gij weder ziende en met den Heiligen Geest vervuld zoudt worden.
18 En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen, en hij werd terstond wederom ziende, en stond op, en werd gedoopt.