Bloedvloeiende vrouw – Markus 5 – Lukas 8
Preek over: Bloedvloeiende vrouw Markus 5:33: En een zekere vrouw, die twaalf jaren den vloed des bloeds gehad had, en veel geleden had van vele medicijnmeesters, en al het hare daaraan ten koste gelegd en geen baat gevonden had. |
(de leespreek is anders van de recente preek op de video hieronder)
Samenvatting preek: De Genezing van de Bloedvloeiende Vrouw
In deze preek, gebaseerd op Lucas 8:43-48, staat de genezing van de bloedvloeiende vrouw centraal. De predikant richt zich op het thema ‘Gods werk verheerlijkt in het leven van de bloedvloeiende vrouw’. De preek wordt opgebouwd rond drie hoofdpunten: verborgen geloof, plotselinge genezing, en openbare belijdenis.
1. Verborgen Geloof (Lucas 8:43-44a)
De preek begint met een diepgaande beschrijving van de situatie van deze bloedvloeiende vrouw. Ze is al twaalf jaar ziek en heeft een chronische en ongeneeslijke kwaal. Haar bloedvloeiing heeft haar niet alleen fysiek gesloopt en al haar geld gekost, maar heeft haar ook sociaal en religieus volledig geïsoleerd. Volgens de wet was ze onrein, waardoor ze niet mocht deelnemen aan het sociale en religieuze leven. Dit maakte haar eenzaam, en haar ziekte wordt een “zweep” of een “gesel” genoemd.
De predikant stelt dat deze ziekte een beeld is van de zonde. Net als deze bloedvloeiende vrouw heeft de mens geen naam buiten zijn ziekte: zondaar. De zonde is een dodelijke kwaal die onze krachten breekt en ons van God en van elkaar vervreemdt. De mens is geestelijk onrein en kan niet bestaan voor een heilige God. Het is een sluipmoordenaar die vaak onopgemerkt blijft, maar uiteindelijk dodelijk is.
De predikant trekt een directe parallel tussen de vrouw en de luisteraars. Net als zij hebben ook wij jaren geprobeerd onszelf te genezen van onze zondekwaliteit, maar zonder succes. Al onze pogingen hebben ons alleen maar uitgeput en moedeloos gemaakt. We hebben een ‘goede dokter’ nodig die de juiste diagnose stelt: dat onze zonde een ongeneeslijke en dodelijke kwaal is.
Toch, midden in haar wanhoop, hoort deze bloedvloeiende vrouw van Jezus. Dit nieuws brengt een straal van hoop in haar duisternis. Ze aarzelt, want ze is vol twijfel en schaamte. Zal ze wel welkom zijn bij Jezus met haar onreinheid? Dit is het verborgen geloof: een beginsel van geloof dat God zelf in haar hart legt. Het is geen luidruchtig, zelfgemaakt geloof, maar een schuchter en beschaamd geloof dat ondanks alle twijfel toch naar Jezus trekt. Haar diepste nood dwingt haar om te komen, want er is geen andere weg.
2. Plotselinge Genezing (Lucas 8:44b-46)
De bloedvloeiende vrouw komt van achteren, onopgemerkt door de menigte, en raakt stilletjes de zoom van Jezus’ kleed aan. Dit is een uiting van haar schuchtere geloof, vol schaamte en vrees. Ze gelooft dat alleen al het aanraken van zijn kleed genoeg is om genezen te worden, ook al is dit gemengd met enige onvolkomenheid in haar geloof. De predikant benadrukt dat dit eenvoudige geloof voldoende is voor redding.
Op het moment dat ze het kleed aanraakt, stopt de bloedvloeiing direct. Genezende kracht is van Jezus uitgegaan en heeft haar onreinheid weggenomen. De breuk met God en de maatschappij is geheeld. Haar actie, het aanraken van het kleed, staat symbool voor het komen tot Christus met lege, onreine handen en het ontvangen van genade, vergeving en vrede.
Jezus, wetend dat er kracht van Hem is uitgegaan, vraagt: “Wie heeft mij aangeraakt?” De discipelen vinden deze vraag vreemd te midden van de drukte, maar Jezus weet dat het geen toevallige aanraking was. Hij weet dat het een aanraking van geloof was. Hij wil het verborgen geloof openbaar maken, niet om de vrouw te schande te zetten, maar om haar geloof te verdiepen en een les te leren aan de omstanders.
3. Openbare Belijdenis (Lucas 8:47-48)
Deze bloedvloeiende vrouw, die dacht anoniem te kunnen blijven, beseft dat ze niet verborgen is. Bevend en vol vrees keert ze terug. Voor het hele volk valt ze op de grond en vertelt ze de waarheid: waarom ze Jezus aanraakte en hoe ze direct genezen werd. Ze belijdt haar ziekte, haar lijden, haar teleurstellingen, en haar hoop op Jezus. De predikant benadrukt dat ze “al de waarheid” vertelde.
De predikant stelt dat deze openbare belijdenis van essentieel belang is. Ten eerste is het tot eer van God, omdat het wonder van Jezus niet verborgen mag blijven. De dankbaarheid van de vrouw is zichtbaar en hoorbaar voor iedereen. Ten tweede dient het als zegen voor de mensen die er getuige van zijn. En ten derde geeft het de vrouw zelf innerlijke vrede en zekerheid.
Jezus antwoordt haar met genade en liefde. Hij noemt de bloedvloeiende vrouw “dochter” en zegt: “Uw geloof heeft u behouden. Ga heen in vrede.” Dit antwoord bevestigt dat haar geloof, dat door Jezus zelf in haar hart is gewerkt, de bron is van haar redding. Het geloof dat haar bracht tot Jezus met haar nood, haar lege handen en haar onreinheid, heeft haar behouden.
De preek eindigt met drie lessen voor de gelovigen:
- Schaamte over ons dralen: We moeten ons schamen voor hoe lang we hebben geaarzeld om tot Christus te komen.
- Het gaat om Hem: Het moet ons altijd om Jezus gaan, de God van onze genezing, en niet slechts om de genezing zelf.
- Gods trouw: Hij die een goed werk in ons begonnen is, zal het nooit loslaten.
De predikant roept de luisteraars op om, net als de bloedvloeiende vrouw, met al hun zonden en nood tot Christus te komen. Hij besluit met de profetie van Jesaja over de lijdende Dienaar: “De straf die ons de vrede aanbrengt was op hem. En door zijn striemen is ons genezing geworden.” De predikant benadrukt dat wie tot Christus komt, nooit zal worden afgewezen.
Links:
YouTube: https://youtu.be/EIJl3hthsGw