Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden?
Preek: Prediking van het kruis (Galaten 6)
Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.
Preek: Honger en dorst naar gerechtigheid (Mattheüs 5)
Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.
Preek: Zout der aarde (Mattheüs 5)
Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden?
Preek: Huis op rots of zand (Mattheüs 7)
Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft.
Preek: Brede en smalle weg (Mattheüs 7)
Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan.
Preek: Vermoeid en belast (Mattheüs 11) – avondmaal
Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.
Preek: Kinderen markt fluit gespeeld (Mattheüs 11)
Doch waarbij zal Ik dit geslacht vergelijken? Het is gelijk aan de kinderkens, die op de markten zitten, en hun gezellen toeroepen en zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend.
Preek: Twijfel Johannes Doper gevangenis (Mattheüs 11)
En Johannes, in de gevangenis gehoord hebbende de werken van Christus, zond twee van zijn discipelen en zei tot Hem: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een anderen?
Preek: Juk zacht, last licht (Mattheüs 11) – nabetrachting
Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht.
Preek: Gelijkenis van de Zaaier (Mattheüs 13)
Die nu in de goede aarde bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort en verstaat, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de een honderd-, de ander zestig-, en de ander dertigvoud.
Preek: Gelijkenis van visnet (Mattheüs 13)
Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een net, geworpen in de zee, en dat allerlei soorten van vissen samenbrengt, hetwelk, wanneer het vol geworden is, de vissers aan de oever optrekken, en nederzittende, lezen het goede uit in hun vaten, maar het kwade werpen zij weg.
Preek: Parel grote waarde (Mattheüs 13)
Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman, die schone paarlen zoekt. Dewelke, hebbende een parel van grote waarde gevonden, ging heen en verkocht al wat hij had, en kocht dezelve.
Preek: Kananese vrouw (Mattheüs 15)
Doch Hij antwoordde en zeide: Het is niet betamelijk het brood der kinderen te nemen, en den hondekens voor te werpen.
En zij zeide: Ja, Heere ! doch de hondekens eten ook van de brokjes die er vallen van de tafel van hun heren.
Preek: Rijke jongeling (Mattheüs 19)
En ziet, er kwam een tot Hem, en zeide tot Hem: Goede Meester, wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbe?
Preek: Hosanna, Zone Davids (Mattheüs 21)
Als nu de overpriesters en Schriftgeleerden zagen de wonderheden, die Hij deed, en de kinderen, roepende in den tempel, en zeggende: Hosanna den Zone Davids ! namen zij dat zeer kwalijk.
Preek: Gelijkenis twee zonen (Mattheüs 21)
Maar wat dunkt u? Een mens had twee zonen, en gaande tot den eersten, zeide: Zoon! ga heen, werk heden in mijn wijngaard. Doch hij antwoordde en zeide: Ik wil niet.
Preek: Geen bruiloftskleed (Mattheüs 22) – voorbereiding
Toen zeide de koning tot de dienaars: Bindt zijn handen en voeten, neemt hem weg, en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal zijn wening en knersing der tanden.
Preek: Wijze en dwaze maagden (Mattheüs 25)
Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden, welke haar lampen namen, en gingen uit, den bruidegom tegemoet.
En vijf van haar waren wijzen, en vijf waren dwazen.
Preek: Schoonmoeder Petrus (Markus 1)
En Simons vrouws moeder lag met de koorts; en terstond zeiden zij Hem van haar. En Hij, tot haar gaande, vatte haar hand, en richtte ze op; en terstond verliet haar de koorts, en zij diende henlieden.
Preek: Bezetene Gadara genezen (Markus 5)
En als Hij in het schip ging, bad Hem degene, die bezeten was geweest, dat hij met Hem mocht zijn. Doch Jezus liet hem dat niet toe, maar zeide tot hem: Ga heen naar uw huis tot de uwen.
Preek: Bloedvloeiende vrouw (Markus 5)
En een vrouw, die twaalf jaren lang den vloed des bloeds gehad had, welke al haar leeftocht aan medicijnmeesters ten koste gelegd had; en van niemand had kunnen genezen worden, van achteren tot Hem komende, raakte den zoom Zijns kleeds aan; en terstond stelpte de vloed haars bloeds.
Preek: Johannes de Doper onthoofd (Markus 6)
En zij, terstond met haast ingaande tot den koning, heeft het geëist, zeggende: Ik wil, dat gij mij nu terstond, in een schotel, geeft het hoofd van Johannes den Doper.
Preek: Maanzieke jongen (Markus 9) – voorbereiding
En terstond de vader des kinds, roepende met tranen, zeide: Ik geloof, Heere! kom mijn ongelovigheid te hulp.
Preek: Laat kinderen tot Mij komen (Markus 10)
Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet, want derzulken is het Koninkrijk Gods.
Voorwaar zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt, gelijk een kindeken, die zal in hetzelve geenszins ingaan.
- 1
- 2
- 3
- 4
- Volgende »