Raven bij beek Krith – 1 Koningen 17
Verberg u aan de beek Krith, die voor aan de Jordaan is.
En het zal geschieden, dat gij uit de beek drinken zult; en Ik heb de raven geboden, dat zij u daar onderhouden zullen.
Preken over de profeet Elia. Audio-opnames en leespreken over 1 Koningen 16-19.
(zie ook playlist YouTube)
Verberg u aan de beek Krith, die voor aan de Jordaan is.
En het zal geschieden, dat gij uit de beek drinken zult; en Ik heb de raven geboden, dat zij u daar onderhouden zullen.
En het gebeurde, als zij voortgingen, gaande en sprekende, ziet, zo was er een vurige wagen met vurige paarden, die tussen hen beiden scheiding maakten. Alzo voer Elia met een onweder ten hemel.
Zo ging hij (Elia) van daar en vond Elisa. (…) Daarna stond hij (Elisa) op, en volgde Elia na, en diende hem.
En na de aardbeving een vuur; de HEERE was ook in het vuur niet; en na het vuur het suizen van een zachte stilte.
En hij kwam aldaar in een spelonk, en vernachtte aldaar; en ziet, het woord des HEEREN geschiedde tot hem, en zeide tot hem: Wat maakt gij hier, Elia?
En hij leide zich neder, en sliep onder een jeneverboom; en ziet, toen roerde hem een engel aan, en zeide tot hem: Sta op, eet.
En het geschiedde op de zevende maal, dat hij zeide: Zie, een kleine wolk, als eens mans hand, gaat op van de zee. En Elia zeide: Ga op, zeg tot Achab: Span aan, en kom af, dat u de regen niet ophoude.
Het geschiedde nu, als men het spijsoffer offerde, dat de profeet Elia naderde, en zeide: HEERE, God van Abraham, Izak en Israël, dat het heden bekend worde, dat Gij God in Israël zijt, en ik Uw knecht; en dat ik al deze dingen naar Uw woord gedaan heb.
En het geschiedde, als Achab Elia zag, dat Achab tot hem zeide: Zijt gij die beroerder van Israël?
En Elia nam het kind, en bracht het af van de opperzaal in het huis, en gaf het aan zijn moeder; en Elia zeide: Zie, uw zoon leeft.
Toen zeide die vrouw tot Elia: Nu weet ik, dat gij een man Gods zijt, en dat het woord des HEEREN in uw mond waarheid is.
Want zo zegt de HEERE, de God Israels: Het meel van de kruik zal niet verteerd worden, en de olie der fles zal niet ontbreken, tot op den dag, dat de HEERE regen op den aardbodem geven zal.
En Elia, de Thisbiet, van de inwoneren van Gilead, zeide tot Achab: Zo waarachtig als de HEERE, de God Israels, leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, indien deze jaren dauw of regen zijn zal, tenzij dan naar mijn woord!