Toen u jonger was, gordde u uzelf – Johannes 21
Toen u jonger was, gordde u uzelf, en wandelde waar u wilde; maar wanneer u zult oud geworden zijn, zo zult u uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen waar u niet wilt.
Toen u jonger was, gordde u uzelf, en wandelde waar u wilde; maar wanneer u zult oud geworden zijn, zo zult u uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen waar u niet wilt.
Jezus zeide tot hem: Indien Ik wil dat hij blijft totdat Ik kom, wat gaat het u
aan? Volg gij Mij.
Elia ging over tot hem, en wierp zijn mantel op hem. En hij verliet de runderen, en liep Elia na.
En het woord des HEEREN was dierbaar in die dagen.
Richteren 13-14: Maar zijn vader zeide tot hem, mitsgaders zijn moeder: Is er geen vrouw onder de dochteren uwer broederen en onder al mijn volk, dat gij heengaat om een vrouw te nemen van de Filistijnen, die onbesnedenen? En Simson zeide tot zijn vader: Neem mij die, want zij is bevallig in mijn ogen.
Zo ging hij (Elia) van daar en vond Elisa. (…) Daarna stond hij (Elisa) op, en volgde Elia na, en diende hem.
Toen liep een jongen heen, en boodschapte aan Mozes, en zeide: Eldad en Medad profeteren in het leger.
Toen kwam de HEERE, en stelde Zich daar, en riep gelijk de andere malen: Samuel, Samuel ! En Samuel zeide: Spreek, want Uw knecht hoort.