En Simson zeide: Mijn ziel sterve met de Filistijnen; en hij boog zich met kracht, en het huis viel op de vorsten, en op al het volk, dat daarin was. En de doden, die hij in zijn sterven gedood heeft, waren meer, dan die hij in zijn leven gedood had.
Preek: Simson en deuren stadspoort Gaza (Richteren 16)
Maar Simson lag tot middernacht toe; toen stond hij op ter middernacht, en hij greep de deuren der stadspoort met de beide posten, en nam ze weg met den grendelboom, en leide ze op zijn schouderen, en droeg ze opwaarts op de hoogte des bergs, die in het gezicht van Hebron is.
Preek: Vossen en dorst Simson Lechi (Richteren 15)
Als hem nu zeer dorstte, zo riep hij tot de HEERE, en zeide: U hebt door de hand van Uw knecht dit grote heil gegeven; zou ik dan nu van dorst sterven, en vallen in de hand dezer onbesnedenen?
Preek: Honing uit dode leeuw (Richteren 14)
Zijn vader nu en zijn moeder wisten niet, dat dit van de HEERE was, dat hij gelegenheid zocht van de Filistijnen; want de Filistijnen heersten te dier tijd over Israel.
Preek: Moeder Simson en Manoach (Richteren 13)
Maar Hij zeide tot mij: Zie, gij zult zwanger worden, en een zoon baren; zo drink nu geen wijn noch sterken drank, en eet niets onreins; want dat knechtje zal een Nazireeër Gods zijn, van moeders buik af tot op den dag zijns doods.