Doornenkroon, purperen mantel, rietstok – Mattheüs 27

Preek over: Doornenkroon, purperen mantel
Mattheüs 27:29: En een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op Zijn hoofd, en een rietstok in Zijn rechterhand; en vallende op hun knieën voor Hem, bespotten zij Hem.

LEESPREEK

Bijbelgedeelte Mattheus 27
27 Toen namen de krijgsknechten des stadhouders Jezus met zich in het rechthuis en vergaderden over Hem de ganse bende.
28 En als zij Hem ontkleed hadden, deden zij Hem een purperen mantel om;
29 En een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op Zijn hoofd, en een rietstok in Zijn rechterhand; en vallende op hun knieën voor Hem, bespotten zij Hem, zeggende: Wees gegroet, Gij Koning der Joden.
30 En op Hem gespogen hebbende, namen zij den rietstok en sloegen op Zijn hoofd.

31 En toen zij Hem bespot hadden, deden zij Hem den mantel af en deden Hem Zijn klederen aan en leidden Hem heen om te kruisigen.
32 En uitgaande, vonden zij een man van Cyréne, met name Simon; dezen dwongen zij dat hij Zijn kruis droeg.
33 En gekomen zijnde tot de plaats genaamd Golgotha, welke is gezegd Hoofdschedelplaats,

34 Gaven zij Hem te drinken edik met gal gemengd; en als Hij dien gesmaakt had, wilde Hij niet drinken.
35 Toen zij nu Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn klederen, het lot werpende; opdat vervuld zou worden hetgeen gezegd is door den profeet: Zij hebben Mijn klederen onder zich verdeeld, en hebben het lot over Mijn kleding geworpen.
36 En zij nederzittende, bewaarden Hem aldaar.