Vijf broden en twee vissen – Johannes 6
Preek over: Vijf broden en twee vissen Johannes 6:9: Hier is een jongen die vijf gerstebroden heeft en twee visjes; maar wat zijn deze onder zovelen? |
LEESPREEK VOLGT
Vijf broden en twee vissen
Bijbelgedeelte Johannes 6 1 Na dezen vertrok Jezus over de Zee van Galiléa, welke is de Zee van Tibérias. 2 En Hem volgde een grote schare, omdat zij Zijn tekenen zagen, die Hij deed aan de kranken. 3 En Jezus ging op den berg, en zat aldaar neder met Zijn discipelen. 4 En het pascha, het feest der Joden, was nabij. 5 Jezus dan de ogen opheffende, en ziende dat een grote schare tot Hem kwam, zeide tot Filippus: Vanwaar zullen wij broden kopen, opdat dezen eten mogen? 6 (Doch dit zeide Hij hem beproevende; want Hij wist Zelf wat Hij doen zou.) 7 Filippus antwoordde Hem: Voor tweehonderd penningen brood is dezen niet genoeg, opdat een iegelijk van hen een weinig neme. Vijf broden en twee vissen 8 Een van Zijn discipelen, namelijk Andréas, de broeder van Simon Petrus, zeide tot Hem: 9 Hier is een jonksken dat vijf gerstebroden heeft en twee visjes; maar wat zijn deze onder zovelen? 10 En Jezus zeide: Doet de mensen nederzitten. En er was veel gras in die plaats. Zo zaten dan de mannen neder, omtrent vijfduizend in getal. 11 En Jezus nam de broden, en gedankt hebbende deelde Hij ze den discipelen, en de discipelen dengenen die nedergezeten waren; desgelijks ook van de visjes, zoveel zij wilden. 12 En als zij verzadigd waren, zeide Hij tot Zijn discipelen: Vergadert de overgeschoten brokken, opdat er niets verloren ga. 13 Zij vergaderden ze dan, en vulden twaalf korven met brokken van de vijf gerstebroden, welke overgeschoten waren dengenen die gegeten hadden. 14 De mensen dan, gezien hebbende het teken dat Jezus gedaan had, zeiden: Deze is waarlijk de Profeet, Die in de wereld komen zou. 15 Jezus dan, wetende dat zij zouden komen en Hem met geweld nemen, opdat zij Hem koning maakten, ontweek wederom op den berg, Hij Zelf alleen. |