Roeping van Mattheüs of Levi – Mattheus 9
Preek over: De roeping van Mattheüs of Levi Mattheüs 9:9: En Jezus vandaar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, genaamd Matthéüs, en zeide tot hem: Volg Mij. En hij opstaande, volgde Hem. |
LEESPREEK (volgt)
Roeping van Mattheüs
Bijbelgedeelte Mattheus 9:9-13 1 En in het schip gegaan zijnde, voer Hij over en kwam in Zijn stad. En zie, zij brachten tot Hem een geraakte, op een bed liggende. 2 En Jezus hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon, zijt welgemoed, uw zonden zijn u vergeven. 3 En zie, sommigen der schriftgeleerden zeiden in zichzelven: Deze lastert God. 4 En Jezus ziende hun gedachten, zeide: Waarom overdenkt gij kwaad in uw harten? 5 Want wat is lichter, te zeggen: De zonden zijn u vergeven; of te zeggen: Sta op en wandel? 6 Doch opdat gij moogt weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde de zonden te vergeven (toen zeide Hij tot den geraakte): Sta op, neem uw bed op en ga heen naar uw huis. 7 En hij opgestaan zijnde, ging heen naar zijn huis. 8 De scharen nu dat ziende, hebben zich verwonderd en God verheerlijkt, Die zodanige macht den mensen gegeven had. 9 En Jezus vandaar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, genaamd Matthéüs, en zeide tot hem: Volg Mij. En hij opstaande, volgde Hem. 10 En het geschiedde als Hij in het huis van Matthéüs aanzat, zie, vele tollenaars en zondaars kwamen en zaten mede aan, met Jezus en Zijn discipelen. 11 En de farizeeën dat ziende, zeiden tot Zijn discipelen: Waarom eet uw Meester met de tollenaren en zondaren? 12 Maar Jezus zulks horende, zeide tot hen: Die gezond zijn, hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. 13 Doch gaat heen en leert wat het is: Ik wil barmhartigheid, en niet offerande; want Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering. |