Indien u dan Mij zoekt, laat dezen heengaan – Johannes 18

Preek over: Indien u Mij zoekt, laat dezen heengaan
Johannes 18:1-9: Hij vraagde hun dan wederom: Wien zoekt gij ? En zij zeiden: Jezus den Nazarener.
Jezus antwoordde: Ik heb u gezegd, dat Ik het ben. Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan.

LEESPREEK

Bijbelgedeelte Johannes 18
1 Jezus dit gezegd hebbende, ging uit met Zijn discipelen over de beek Kidron, waar een hof was, in welken Hij ging en Zijn discipelen.
2 En Judas, die Hem verried, wist ook die plaats, dewijl Jezus aldaar dikwijls vergaderd was geweest met Zijn discipelen.
3 Judas dan, genomen hebbende de bende krijgsknechten en enige dienaars van de overpriesters en farizeeën, kwam aldaar met lantaarnen en fakkels en wapenen.

4 Jezus dan wetende alles wat over Hem komen zou, ging uit en zeide tot hen: Wien zoekt gij?
5 Zij antwoordden Hem: Jezus den Nazaréner. Jezus zeide tot hen: Ik ben het. En Judas, die Hem verried, stond ook bij hen.
6 Als Hij dan tot hen zeide: Ik ben het, gingen zij achterwaarts en vielen ter aarde.
7 Hij vraagde hun dan wederom: Wien zoekt gij? En zij zeiden: Jezus den Nazaréner.

8 Jezus antwoordde: Ik heb u gezegd dat Ik het ben. Indien u dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan.
9 Opdat het woord vervuld zou worden dat Hij gezegd had: Uit degenen die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik niemand verloren.
10 Simon Petrus dan, hebbende een zwaard, trok hetzelve uit, en sloeg des hogepriesters dienstknecht en hieuw zijn rechteroor af. En de naam van den dienstknecht was Malchus.
11 Jezus dan zeide tot Petrus: Steek uw zwaard in de schede. Den drinkbeker dien Mij de Vader gegeven heeft, zal Ik dien niet drinken?

12 De bende dan en de overste over duizend en de dienaars der Joden namen Jezus gezamenlijk en bonden Hem,
13 En leidden Hem heen, eerst tot Annas; want hij was de vrouws vader van Kájafas, welke deszelven jaars hogepriester was.
14 Kájafas nu was degene die den Joden geraden had, dat het nut was dat één Mens voor het volk stierf.
15 En Simon Petrus volgde Jezus, en een andere discipel. Deze discipel nu was den hogepriester bekend, en ging met Jezus in des hogepriesters zaal.