Geen blijvende stad – Hebreeën 13
Preek over: Wij hebben hier geen blijvende stad Hebreeën 13:14: Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende. |
Wij hebben hier geen blijvende stad
Bijbelgedeelte Hebreeën 13: 1 Dat de broederlijke liefde blijve. 2 Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd. 3 Gedenkt de gevangenen, alsof gij medegevangen waart; en degenen die kwalijk behandeld worden, alsof gij ook zelven in het lichaam kwalijk behandeld waart. 4 Het huwelijk is eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar hoereerders en overspelers zal God oordelen. 5 Uw wandel zij zonder geldgierigheid; en zijt vergenoegd met het tegenwoordige; want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten. 6 Zodat wij vrijmoediglijk durven zeggen: De Heere is mij een Helper, en ik zal niet vrezen wat mij een mens zal doen. 7 Gedenkt uw voorgangers, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst van hun wandel. 8 Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid. 9 Wordt niet omgevoerd met verscheidene en vreemde leringen; want het is goed dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door spijzen, door welke geen nuttigheid bekomen hebben die daarin gewandeld hebben. 10 Wij hebben een Altaar, van Hetwelk geen macht hebben te eten die den tabernakel dienen. 11 Want welker dieren bloed voor de zonde gedragen werd in het heiligdom door den hogepriester, derzelver lichamen werden verbrand buiten de legerplaats. 12 Daarom heeft ook Jezus, opdat Hij door Zijn eigen bloed het volk zou heiligen, buiten de poort geleden. 13 Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zijn smaadheid dragende. 14 Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende. 15 Laat ons dan door Hem altijd Gode opofferen een offerande des lofs, dat is de vrucht der lippen die Zijn Naam belijden. |
Artikel 33 Westminster Confessie God heeft een dag bepaald waarin Hij de wereld in gerechtigheid zal oordelen door Jezus Christus, aan Wie de Vader het oordeel en alle macht gegeven heeft. Op die dag zullen niet alleen de afvallige engelen worden geoordeeld, maar ook alle mensen die op aarde hebben geleefd. Zij zullen voor de rechterstoel van Christus verschijnen om rekenschap af te leggen van hun gedachten, woorden en werken. Dan zullen ze ontvangen naar wat ze in het lichaam hebben gedaan, hetzij goed, hetzij kwaad. God heeft deze dag bepaald met dit doel, om daarin de heerlijkheid van Zijn genade te openbaren in de eeuwige zaligheid van de uitverkorenen en Zijn rechtvaardigheid in het verdoemen van de verworpenen, die goddeloos en ongehoorzaam zijn. Want dan zullen de rechtvaardigen ingaan in het eeuwige leven en de volkomen vreugde en verkwikking ontvangen die uit de aanwezigheid van de Heere voortvloeit. Maar de goddelozen, die God niet kennen en ongehoorzaam zijn aan het Evangelie van Jezus Christus, zullen in eeuwige pijniging geworpen worden. Ze zullen tot straf het eeuwige verderf ondergaan, ver van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht. Om alle mensen van de zonde af te houden en godvrezende mensen in hun tegenspoed des te meer te vertroosten, wil Christus dat wij er vast van overtuigd zijn dat er een oordeelsdag zal komen. Wanneer deze dag komt, wil Hij voor mensen verborgen houden, zodat ze alle vleselijke zekerheid van zich af zullen schudden en altijd waakzaam zullen zijn omdat ze niet weten op welk uur de Heere zal komen. Ook wil Hij dat ze altijd bereid zullen zijn om te zeggen: Kom, Heere Jezus, kom haastig. Amen. |