Gelijkenis van de Zaaier – Mattheüs 13

Preek over: De gelijkenis van de zaaier
Mattheüs 13:3: En Hij sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende: Zie, een zaaier ging uit om te zaaien. En als hij zaaide, viel een deel van het zaad bij den weg; en de vogels kwamen en aten datzelve op.

LEESPREEK

Bijbelgedeelte Mattheüs 13:1-23
1 En te dien dage Jezus uit het huis gegaan zijnde, zat bij de zee.
2 En tot Hem vergaderden vele scharen, zodat Hij in een schip ging en nederzat; en al de schare stond op den oever.
3 En Hij sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende: Zie, een zaaier ging uit om te zaaien.

4 En als hij zaaide, viel een deel van het zaad bij den weg; en de vogels kwamen en aten datzelve op.
5 En een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had;
6 Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden, en omdat het geen wortel had, is het verdord.
7 En een ander deel viel in de doornen; en de doornen wiesen op en verstikten hetzelve.
8 En een ander deel viel in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd-, het ander zestig-, en het ander dertigvoud.

18 Gij dan, hoort de gelijkenis van den zaaier.
19 Als iemand dat Woord des Koninkrijks hoort en niet verstaat, zo komt de boze en rukt weg hetgeen in zijn hart gezaaid was; deze is degene die bij den weg bezaaid is.
20 Maar die in steenachtige plaatsen bezaaid is, deze is degene die het Woord hoort en dat terstond met vreugde ontvangt;
21 Doch hij heeft geen wortel in zichzelven, maar is voor een tijd; en als verdrukking of vervolging komt om des Woords wil, zo wordt hij terstond geërgerd.
22 En die in de doornen bezaaid is, deze is degene die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid dezer wereld en de verleiding des rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar.
23 Die nu in de goede aarde bezaaid is, deze is degene die het Woord hoort en verstaat, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de een honderd-, de ander zestig-, en de ander dertigvoud.