Verloochening door Petrus – Mattheüs 26

Preek over: Verloochening door Petrus
Mattheüs 26:75: En terstond kraaide de haan; en Petrus werd indachtig het woord van Jezus, Die tot hem gezegd had: Eer de haan gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen.

LEESPREEK

Bijbelgedeelte Mattheus 26
62 En de hogepriester opstaande zeide tot Hem: Antwoordt Gij niets? Wat getuigen dezen tegen U?
63 Doch Jezus zweeg stil. En de hogepriester antwoordende zeide tot Hem: Ik bezweer U bij den levenden God, dat Gij ons zegt of Gij zijt de Christus, de Zone Gods.

64 Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg ulieden: Van nu aan zult gij zien den Zoon des mensen, zittende ter rechterhand der kracht Gods en komende op de wolken des hemels.
65 Toen verscheurde de hogepriester zijn klederen, zeggende: Hij heeft God gelasterd; wat hebben wij nog getuigen van node? Zie, nu hebt gij Zijn godslastering gehoord.

66 Wat dunkt ulieden? En zij antwoordende zeiden: Hij is des doods schuldig.
67 Toen spogen zij in Zijn aangezicht en sloegen Hem met vuisten.
68 En anderen gaven Hem kinnebakslagen, zeggende: Profeteer ons, Christus, wie is het die U geslagen heeft?
69 En Petrus zat buiten in de zaal; en een dienstmaagd kwam tot hem, zeggende: Gij waart ook met Jezus den Galileeër.
70 Maar hij loochende het voor allen, zeggende: Ik weet niet wat gij zegt.

71 En als hij naar de voorpoort uitging, zag hem een andere dienstmaagd en zeide tot degenen die aldaar waren: Deze was ook met Jezus den Nazaréner.
72 En hij loochende het wederom met een eed, zeggende: Ik ken den Mens niet.
73 En een weinig daarna, die er stonden, bijkomende, zeiden tot Petrus: Waarlijk, gij zijt ook van die, want ook uw spraak maakt u openbaar.

74 Toen begon hij zich te vervloeken en te zweren: Ik ken den Mens niet.
75 En terstond kraaide de haan; en Petrus werd indachtig het woord van Jezus, Die tot hem gezegd had: Eer de haan gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En naar buiten gaande, weende hij bitterlijk.