De wolf zal met het lam verkeren – Jesaja 11 – advent

Preek over: Messiaanse Vrederijk – Wolf zal met het lam verkeren
Jesaja 11:1-9: En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf en de jonge leeuw en het mestvee tezamen, en een klein jonksken zal ze drijven.

LEESPREEK

Bijbelgedeelte Jesaja 11
1 Want er zal een Rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isaï, en een Scheut uit zijn wortelen zal vrucht voortbrengen.
2 En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten: de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des HEEREN.

3 En Zijn rieken zal zijn in de vreze des HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner ogen niet richten, Hij zal ook naar het gehoor Zijner oren niet bestraffen.
4 Maar Hij zal de armen met gerechtigheid richten en de zachtmoedigen des lands met rechtmatigheid bestraffen; doch Hij zal de aarde slaan met de roede Zijns monds, en met den adem Zijner lippen zal Hij den goddeloze doden.

5 Want gerechtigheid zal de gordel Zijner lendenen zijn, ook zal de waarheid de gordel Zijner lendenen zijn.
6 En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf en de jonge leeuw en het mestvee tezamen, en een klein jonksken zal ze drijven.
7 De koe en de berin zullen tezamen weiden, haar jongen zullen tezamen nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os.

8 En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder, en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in den kuil van den basilisk.
9 Men zal nergens leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken.