Driemaal oordeel en genade – Micha 4

Preek over: Driemaal oordeel en genade
Micha 4:9: Nu, waarom zou u zo groot geschrei maken – Nu, zijn wel vele heidenen tegen u verzameld – Nu, rot u met benden.

Bijbelgedeelte over Driemaal oordeel en genade: Micha 4
1 Maar in het laatste der dagen zal het geschieden dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en hij zal verheven zijn boven de heuvelen; en de volken zullen tot hem toevloeien.
2 En vele heidenen zullen heengaan en zeggen: Komt en laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, en ten huize van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en wij in Zijn paden wandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem.

3 En Hij zal onder grote volken richten en machtige heidenen straffen, tot verre toe; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden en hun spiesen tot sikkels; het ene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen den krijg niet meer leren.
4 Maar zij zullen zitten, eenieder onder zijn wijnstok en onder zijn vijgenboom, en er zal niemand zijn die hen verschrikke; want de mond des HEEREN der heirscharen heeft het gesproken.

5 Want alle volken zullen wandelen, elk in den naam zijns gods, maar wij zullen wandelen in den Naam des HEEREN onzes Gods, eeuwiglijk en altoos.
6 Te dien dage, spreekt de HEERE, zal Ik haar die hinkende was, verzamelen, en haar die verdreven was, vergaderen, en die Ik geplaagd had.

7 En Ik zal haar die hinkende was, maken tot een overblijfsel, en haar die verre heen verstoten was, tot een machtig volk; en de HEERE zal Koning over hen zijn op den berg Sion, van nu aan tot in eeuwigheid.
8 En gij Schaapstoren, gij Ofel der dochter Sions, tot u zal komen, ja, daar zal komen de vorige heerschappij, het koninkrijk der dochter Jeruzalems.
9 Nu, waarom zoudt gij zo groot geschrei maken? Is er geen Koning onder u? Is uw Raadgever vergaan, dat u smart als van een barende vrouw heeft aangegrepen?