O HEERE! doe het om Uws Naams wil – Jeremia 14
Preek over: Gebed van Jeremia: doe het om Uws Naams wil Jeremia 14:7: Hoewel onze ongerechtigheden tegen ons getuigen, o HEERE! doe het om Uws Naams wil, want onze afkeringen zijn menigvuldig, wij hebben tegen U gezondigd. |
O HEERE! doe het om Uws Naams wil
Bijbelgedeelte Jeremia 7 1 Het woord des HEEREN dat tot Jeremía geschied is over de zaken der grote droogte. 2 Juda treurt en haar poorten zijn verzwakt; zij zijn in het zwart gekleed ter aarde toe; en Jeruzalems geschrei klimt op. 3 En hun voortreffelijken zenden hun kleinen naar water; zij komen tot de grachten, zij vinden geen water, zij komen met hun vaten ledig weder; zij zijn beschaamd, ja, worden schaamrood en bedekken hun hoofd. 4 Omdat het aardrijk gescheurd is, dewijl er geen regen op de aarde is, de akkerlieden zijn beschaamd, zij bedekken hun hoofd. 5 Want ook de hinden in het veld werpen jongen en verlaten die, omdat er geen jong gras is. 6 En de woudezels staan op de hoge plaatsen, zij scheppen den wind gelijk de draken; hun ogen versmachten, omdat er geen kruid is. 7 Hoewel onze ongerechtigheden tegen ons getuigen, o HEERE, doe het om Uws Naams wil; want onze afkeringen zijn menigvuldig, wij hebben tegen U gezondigd. 8 O Israëls Verwachting, zijn Verlosser in tijd van benauwdheid! Waarom zoudt Gij zijn als een vreemdeling in het land, en als een reiziger, die slechts inkeert om te vernachten? 9 Waarom zoudt Gij zijn als een versaagd man, als een held die niet kan verlossen? Gij zijt toch in het midden van ons, o HEERE, en wij zijn naar Uw Naam genoemd; verlaat ons niet. 10 Alzo zegt de HEERE van dit volk: Zij hebben zo liefgehad te zwerven, zij hebben hun voeten niet bedwongen; daarom heeft de HEERE geen welgevallen aan hen, nu zal Hij hunner ongerechtigheid gedenken en hun zonden bezoeken. |