Elia in een spelonk bij Horeb – 1 Koningen 19 – voorbereiding

Preek over: Elia in een spelonk bij Horeb
1 Koningen 19:9-10: En hij kwam aldaar in een spelonk, en vernachtte aldaar; en ziet, het woord des HEEREN geschiedde tot hem, en zeide tot hem: Wat maakt gij hier, Elia?

LEESPREEK

Bijbelgedeelte 1 Koningen 19
1 En Achab zeide Izébel aan al wat Elía gedaan had, en allen die hij gedood had, te weten al de profeten, met het zwaard.
2 Toen zond Izébel een bode tot Elía om te zeggen: Zo doen mij de goden en doen zo daartoe, voorzeker, ik zal morgen omtrent dezen tijd uw ziel stellen als de ziel van hunlieder een.

3 Toen hij dat zag, maakte hij zich op en ging heen om zijns levens wil, en kwam te Berséba, dat in Juda is, en liet zijn jongen aldaar.
4 Maar hij zelf ging heen in de woestijn een dagreis, en kwam en zat onder een jeneverboom, en bad dat zijn ziel stierve, en zeide: Het is genoeg; neem nu, HEERE, mijn ziel, want ik ben niet beter dan mijn vaderen.

5 En hij legde zich neder en sliep onder een jeneverboom; en zie, toen roerde hem een engel aan en zeide tot hem: Sta op, eet.
6 En hij zag om, en zie, aan zijn hoofdeinde was een koek op de kolen gebakken, en een fles met water; alzo at hij en dronk, en legde zich wederom neder.

7 En de engel des HEEREN kwam ten anderen male weder, en roerde hem aan en zeide: Sta op, eet, want de weg zou voor u te veel zijn.
8 Zo stond hij op, en at en dronk; en hij ging door de kracht derzelver spijze veertig dagen en veertig nachten, tot aan den berg Gods, Horeb.
9 En hij kwam aldaar in een spelonk en vernachtte aldaar; en zie, het woord des HEEREN geschiedde tot hem en zeide tot hem: Wat maakt gij hier, Elía?

10 En hij zeide: Ik heb zeer geijverd voor den HEERE, den God der heirscharen, want de kinderen Israëls hebben Uw verbond verlaten, Uw altaren afgebroken en Uw profeten met het zwaard gedood; en ik alleen ben overgebleven, en zij zoeken mijn ziel om die weg te nemen.