Samaritaanse vrouw II: Kom en zie – Johannes 4

Preek over: Kom en zie!
Johannes 4:28-29: Komt, ziet een Mens, Die mij gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb; is Deze niet de Christus? Zij dan gingen uit de stad, en kwamen tot Hem.

LEESPREEK

Bijbelgedeelte Johannes 4:
27 En daarop kwamen Zijn discipelen en verwonderden zich dat Hij met een vrouw sprak. Nochtans zeide niemand: Wat vraagt Gij? of: Wat spreekt Gij met haar?
28 Zo verliet de vrouw dan haar watervat, en ging heen in de stad en zeide tot de lieden:
29 Komt, ziet een Mens Die mij gezegd heeft alles wat ik gedaan heb; is Deze niet de Christus?

30 Zij dan gingen uit de stad en kwamen tot Hem.
31 En ondertussen baden Hem de discipelen, zeggende: Rabbi, eet.
32 Maar Hij zeide tot hen: Ik heb een spijze om te eten, die gij niet weet.
33 Zo zeiden dan de discipelen tegen elkander: Heeft Hem iemand te eten gebracht?

34 Jezus zeide tot hen: Mijn spijze is dat Ik doe den wil Desgenen Die Mij gezonden heeft, en Zijn werk volbreng.
35 Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden en dan komt de oogst? Zie, Ik zeg u: Heft uw ogen op en aanschouwt de landen; want zij zijn alrede wit om te oogsten.
36 En die maait, ontvangt loon, en vergadert vrucht ten eeuwigen leven, opdat zich tezamen verblijde, beide die zaait en die maait.

37 Want hierin is de spreuk waarachtig: Een ander is het die zaait, en een ander die maait.
38 Ik heb u uitgezonden om te maaien hetgeen gij niet bearbeid hebt; anderen hebben het bearbeid, en gij zijt tot hun arbeid ingegaan.
39 En velen der Samaritanen uit die stad geloofden in Hem, om het woord der vrouw, die getuigde: Hij heeft mij gezegd alles wat ik gedaan heb.

40 Als dan de Samaritanen tot Hem gekomen waren, baden zij Hem dat Hij bij hen bleef; en Hij bleef aldaar twee dagen.
41 En er geloofden er veel meer om Zijns woords wil,
42 En zeiden tot de vrouw: Wij geloven niet meer om uws zeggens wil; want wij zelven hebben Hem gehoord, en weten dat Deze waarlijk is de Christus, de Zaligmaker der wereld.