Mijn ogen zijn bezweken van verlangen – Psalm 119 – voorbereiding
Preek over: Mijn ogen zijn bezweken van verlangen Psalm 119:81: Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw toezegging, terwijl ik zeide: Wanneer zult Gij mij vertroosten? |
Mijn ogen zijn bezweken van verlangen
Bijbelgedeelte Psalm 119 81 Mijn ziel is bezweken van verlangen naar Uw heil; op Uw woord heb ik gehoopt. 82 Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw toezegging, terwijl ik zeide: Wanneer zult Gij mij vertroosten? 83 Want ik ben geworden als een lederen zak in den rook; doch Uw inzettingen heb ik niet vergeten. 84 Hoevele zullen de dagen Uws knechts zijn? Wanneer zult Gij recht doen over mijn vervolgers? 85 De hovaardigen hebben mij putten gegraven, hetwelk niet is naar Uw wet. 86 Al Uw geboden zijn waarheid; zij vervolgen mij met leugen, help mij. 87 Zij hebben mij bijna vernietigd op de aarde, maar ik heb Uw bevelen niet verlaten. 88 Maak mij levend naar Uw goedertierenheid; dan zal ik de getuigenis Uws monds onderhouden. 89 O HEERE, Uw woord bestaat in der eeuwigheid in de hemelen. 90 Uw getrouwheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan; 91 Naar Uw ordinantiën blijven zij nog heden staan, want zij alle zijn Uw knechten. 92 Indien Uw wet niet ware geweest al mijn vermaking, ik ware in mijn druk allang vergaan. 93 Ik zal Uw bevelen in der eeuwigheid niet vergeten, want door dezelve hebt Gij mij levend gemaakt. 94 Ik ben Uwe, behoud mij, want ik heb Uw bevelen gezocht. 95 De goddelozen hebben op mij gewacht om mij te doen vergaan; ik neem acht op Uw getuigenissen. 96 In alle volmaaktheid heb ik een einde gezien, maar Uw gebod is zeer wijd. |