Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede · Preek Mattheüs 26
Preek: Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede
Mattheüs 26:39: En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.
PDF LEESPREEK
SCHRIFTLEZING Mattheus 26
36 Toen ging Jezus met hen in een plaats, genaamd Gethsémané, en zeide tot de discipelen: Zit hier neder, totdat Ik heenga en aldaar zal gebeden hebben.
37 En met Zich nemende Petrus en de twee zonen van Zebedéüs, begon Hij droevig en zeer beangst te worden.
38 Toen zeide Hij tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe; blijft hier en waakt met Mij.
39 En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.
40 En Hij kwam tot de discipelen en vond hen slapende, en zeide tot Petrus: Kunt gij dan niet één uur met Mij waken?
41 Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
42 Wederom ten tweeden male heengaande, bad Hij, zeggende: Mijn Vader, indien deze drinkbeker van Mij niet voorbij kan gaan, tenzij dat Ik hem drinke, Uw wil geschiede.
43 En komende bij hen, vond Hij hen wederom slapende; want hun ogen waren bezwaard.
44 En hen latende, ging Hij wederom heen en bad ten derden male, zeggende dezelfde woorden.
THEMA: Niet Mijn wil maar de uwe geschiede
Bidden naar het voorbeeld van de biddende en lijdende Zaligmaker
1. Waar de Heere bidt
2. Tot Wie Hij bidt
3. Hoe Hij bidt
4. Welk antwoord Hij krijgt
FRAGMENT PREEK
Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede. Laat mijn wil maar breken en gekruisigd worden.
Want Uw wil is altoos wijs en goed, het is majesteit alles wat U doet!
Alles! Ja, ook mijn verdriet, mijn teleurstelling, mijn hopeloosheid en mijn tranen.
’t Is, o Hemelmajesteit, majesteit alles wat U doet.
Want zo wordt mijn eer, zo wordt mijn wil gebroken. En zo wordt Uw lof vergroot.
Gemeente, laten we leren om niet altijd onze verlanglijstjes in te leveren bij Gods genadetroon.
Natuurlijk mag je je eigen nood, de nood van je man of vrouw, de nood van kinderen en kleinkinderen, de nood van je collega’s, de nood van je gezondheid of ouderdom, de nood van je werk of je zaak, de van je ambt, de nood van de gemeente, van de kerk en van alle werk in Gods Koninkrijk aan Heere voorleggen.
Maar laten we leren bidden: Heere, niet mijn wil, maar de Uwe geschiede.
Want dan ligt ons leven zoveel vaster, dan is onze toekomst zoveel zekerder en veiliger.
Niet als die verankerd ligt in al onze eigen verzoeken, op basis van al onze eigen inschattingen. Maar wel als die verankerd ligt in de milde, vriendelijke en biddende handen van de Hogepriester in de hemel.
Terwijl Vaderlijke ogen op ons neerzien, midden in alles wat ons treft.
Leidt dat niet tot fatalisme? Of tot passiviteit, zo van: ‘Nou, het gaat toch gewoon zoals God het wil’?
Nee, het leert ons juist meer bidden en dieper buigen. Niet om alsnog verlanglijstjes in te leveren. Maar in diepere onderwerping, met meer overgave en meer vertrouwen.
Niemand bad ooit inniger, vuriger, met meer vertrouwen, met meer ootmoed en kleinheid, dan hij of zij, die in het verborgen eenvoudig dit gebed nazei: Heere, niet mijn wil, maar de Uwe geschiede.
W.A. Brakel over het Gebed:
Het erkennen van al Gods deugden en het beoefenen van onze godsdienstige plichten komen samen in het
gebed. Wie beseft dat God volmaakt is en dat wij Hem moeten dienen, gaat onvermijdelijk bidden! Het gebed is een heilige plicht voor een christen, die niet alleen noodzakelijk en zegenrijk is, maar er ook voor zorgt dat we toenemen in heiligheid.
Goed beschouwd bestaat het dienen van God in niets anders dan bidden.
Wilh. a Brakel. Redelijke Godsdienst
Ook wel genoemd: het men de Naam des HEEREN, het aanroepen van Gods Naam: ‘Toen begon men de Naam des HEEREN aan te roepen’ (Gen. 4:26).
FAQ
Waar bad Jezus: Niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede?

In de hof van Gethsémané. Daar buigt Hij onder de wil van Zijn Vader. En bidt Hij tot voorbeeld van alle gelovigen: Niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede (Mattheüs 26:39)