Een nieuw gebod, elkander liefhebben – Johannes 13 – HA

Preek over: Een nieuw gebod, elkander liefhebben
Johannes 13:34-35: Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt.

Bijbelgedeelte Johannes 13:
26 Jezus antwoordde: Deze is het, dien Ik de bete, als Ik ze ingedoopt heb, geven zal. En als Hij de bete ingedoopt had, gaf Hij ze Judas, Simons zoon, Iskáriot.
27 En na de bete, toen voer de satan in hem. Jezus dan zeide tot hem: Wat gij doet, doe het haastelijk.
28 En dit verstond niemand dergenen die aanzaten, waartoe Hij hem dat zeide.

29 Want sommigen meenden, dewijl Judas de beurs had, dat hem Jezus zeide: Koop hetgeen wij van node hebben tot het feest; of, dat hij den armen wat geven zou.
30 Hij dan de bete genomen hebbende, ging terstond uit. En het was nacht.

31 Als hij dan uitgegaan was, zeide Jezus: Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt, en God is in Hem verheerlijkt.
32 Indien God in Hem verheerlijkt is, zo zal ook God Hem verheerlijken in Zichzelven, en Hij zal Hem terstond verheerlijken.
33 Kinderkens, nog een kleinen tijd ben Ik bij u. Gij zult Mij zoeken, en gelijk Ik den Joden gezegd heb: Waar Ik heen ga, kunt gij niet komen; alzo zeg Ik ulieden nu ook.

34 Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt.
35 Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen zijt, zo gij liefde hebt onder elkander.