Boetedag: Het vasten dat God verkiest – Jesaja 58
Preek over: Het vasten dat God verkiest op boetedag Jesaja 58:5-6: Is niet dit het vasten, dat Ik verkies: dat gij losmaakt de knopen der goddeloosheid, dat gij ontdoet de banden des juks, en dat gij vrij loslaat de verpletterden, en alle juk verscheurt? |
ALLEEN AUDIO
Boetedag: Het vasten dat God verkiest
Bijbelgedeelte preek boetedag: Jesaja 58 1 Roep uit de keel, houd niet in, verhef uw stem als een bazuin, en verkondig Mijn volk hun overtreding, en het huis van Jakob hun zonden. 2 Hoewel zij Mij dagelijks zoeken, en een lust hebben aan de kennis Mijner wegen, als een volk dat gerechtigheid doet en het recht zijns Gods niet verlaat, vragen zij Mij naar de rechten der gerechtigheid; zij hebben een lust tot God te naderen, 3 Zeggende: Waarom vasten wij en Gij ziet het niet aan? Waarom kwellen wij onze ziel en Gij weet het niet? Zie, ten dage wanneer gijlieden vast, zo vindt gij uw lust, en gij eist strengelijk al uw arbeid. 4 Zie, tot twist en gekijf vast gijlieden en om goddelooslijk met de vuist te slaan; vast niet gelijk heden, om uw stem te doen horen in de hoogte. 5 Zou het zulk een vasten zijn dat Ik verkiezen zou, dat de mens zijn ziel een dag kwelle? Dat hij zijn hoofd kromme gelijk een bieze, en een zak en as onder zich spreide? Zoudt gij dat een vasten heten en een dag den HEERE aangenaam? 6 Is niet dit het vasten dat Ik verkies: Dat gij losmaakt de knopen der goddeloosheid, dat gij ontdoet de banden des juks, en dat gij vrij loslaat de verpletterden, en alle juk verscheurt? 7 Is het niet dat gij den hongerige uw brood mededeelt en de arme verdrevenen in huis brengt? Als gij een naakte ziet, dat gij hem dekt en dat gij u voor uw vlees niet verbergt? 8 Dan zal uw licht voortbreken als de dageraad en uw genezing zal snellijk uitspruiten; en uw gerechtigheid zal voor uw aangezicht heen gaan, en de heerlijkheid des HEEREN zal uw achtertocht wezen. 9 Dan zult gij roepen en de HEERE zal antwoorden, gij zult schreeuwen en Hij zal zeggen: Zie, hier ben Ik. Zo gij uit het midden van u wegdoet het juk, het uitsteken des vingers en het spreken der ongerechtigheid; 10 En zo gij uw ziel opent voor den hongerige, en de bedrukte ziel verzadigt; dan zal uw licht in de duisternis opgaan en uw donkerheid zal zijn als de middag. 11 En de HEERE zal u geduriglijk leiden, en Hij zal uw ziel verzadigen in grote droogten en uw beenderen vaardig maken; en gij zult zijn als een gewaterde hof en als een springader der wateren, welker wateren niet ontbreken. |