Die Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien – Johannes 14
Preek over: Die Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien Johannes 14:8-9: Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons de Vader, en het is ons genoeg. Jezus zeide tot hem: Die Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons de Vader? |
LEESPREEK VOLGT
Die Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien
Bijbelgedeelte Johannes 14 6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader dan door Mij. 7 Indien gijlieden Mij gekend hadt, zo zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu kent gij Hem en hebt Hem gezien. 8 Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons den Vader, en het is ons genoeg. 9 Jezus zeide tot hem: Ben Ik zo langen tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus? Die Mij gezien heeft, die heeft den Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons den Vader? 10 Gelooft gij niet dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken. 11 Gelooft Mij, dat Ik in den Vader ben en de Vader in Mij is; en indien niet, zo gelooft Mij om de werken zelve. 12 Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen en zal meerdere doen dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader; 13 En zo wat gij begeren zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in den Zoon verheerlijkt worde. 14 Zo gij iets begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen. 15 Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden. 16 En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid; 17 Namelijk den Geest der waarheid, Welken de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij ulieden en zal in u zijn. |