’s Avonds vernacht het geween, ’s morgens is er gejuich – Psalm 30
Preek over: ’s Avonds vernacht het geween, ’s morgens is er gejuich Psalm 30:6: Psalm zingt den HEERE, gij Zijn gunstgenoten ! en zegt lof ter gedachtenis Zijner heiligheid. Want een ogenblik is er in Zijn toorn, maar een leven in Zijn goedgunstigheid; des avonds vernacht het geween, maar des morgens is er gejuich |
’s Avonds vernacht het geween, ’s morgens is er gejuich
Bijbelgedeelte Psalm 30 1 Een psalm, een lied der inwijding van Davids huis. 2 Ik zal U verhogen, HEERE, want Gij hebt mij opgetrokken, en mijn vijanden over mij niet verblijd. 3 HEERE mijn God, ik heb tot U geroepen, en Gij hebt mij genezen. 4 HEERE, Gij hebt mijn ziel uit het graf opgevoerd; Gij hebt mij bij het leven behouden, dat ik in den kuil niet ben nedergedaald. 5 Psalmzingt den HEERE, gij Zijn gunstgenoten, en zegt lof ter gedachtenis Zijner heiligheid. 6 Want een ogenblik is er in Zijn toorn, maar een leven in Zijn goedgunstigheid; des avonds vernacht het geween, maar des morgens is er gejuich. 7 Ik zeide wel in mijn voorspoed: Ik zal niet wankelen in eeuwigheid. 8 Want, HEERE, Gij hadt mijn berg door Uw goedgunstigheid vastgezet; maar toen Gij Uw aangezicht verborgt, werd ik verschrikt. 9 Tot U, HEERE, riep ik; en ik smeekte tot den HEERE: 10 Wat gewin is er in mijn bloed, in mijn nederdalen tot de groeve? Zal U het stof loven? Zal het Uw waarheid verkondigen? 11 Hoor, HEERE, en zijt mij genadig; HEERE, wees mij een Helper. 12 Gij hebt mij mijn weeklage veranderd in een rei; Gij hebt mijn zak ontbonden, en mij met blijdschap omgord, 13 Opdat mijn eer U psalmzinge en niet zwijge. HEERE mijn God, in eeuwigheid zal ik U loven. |