Begeerd te ziften als de tarwe – Lukas 22

Preek over: Begeerd te ziften als de tarwe
Lukas 22:31-32: En de Heere zeide: Simon, Simon, ziet, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe; maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude.

LEESPREEK

Bijbelgedeelte over verloochening Petrus: Lukas 22
De verloochening voorzegd
31 En de Heere zeide: Simon, Simon, zie, de satan heeft ulieden zeer begeerd, om te ziften als de tarwe;
32 Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude;
en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders.

33 En hij zeide tot Hem: Heere, ik ben bereid met U ook in de gevangenis en in den dood te gaan.
34 Maar Hij zeide: Ik zeg u, Petrus, de haan zal heden niet kraaien, eer gij driemaal zult verloochend hebben dat gij Mij kent.
35 En Hij zeide tot hen: Als Ik u uitzond, zonder buidel en male en schoenen, heeft u ook iets ontbroken? En zij zeiden: Niets.

36 Hij zeide dan tot hen: Maar nu, wie een buidel heeft, die neme hem, desgelijks ook een male; en die geen heeft, die verkope zijn kleed en kope een zwaard.
37 Want Ik zeg u, dat nog dit hetwelk geschreven is, in Mij moet volbracht worden, namelijk: En Hij is met de misdadigen gerekend. Want ook die dingen die van Mij geschreven zijn, hebben een einde.

De verloochening in zaal van Kajafas
54 En zij grepen Hem en leidden Hem weg en brachten Hem in het huis des hogepriesters. En Petrus volgde van verre.
55 En als zij vuur ontstoken hadden in het midden van de zaal en zij tezamen nederzaten, zat Petrus in het midden van hen.
56 En een zekere dienstmaagd ziende hem bij het vuur zitten en haar ogen op hem houdende, zeide: Ook deze was met Hem.
57 Maar hij verloochende Hem, zeggende: Vrouw, ik ken Hem niet.
58 En kort daarna een ander hem ziende, zeide: Ook gij zijt van die. Maar Petrus zeide: Mens, ik ben niet.
59 En als het omtrent een uur geleden was, bevestigde dat een ander, zeggende: In der waarheid, ook deze was met Hem; want hij is ook een Galileeër.

60 Maar Petrus zeide: Mens, ik weet niet wat gij zegt. En terstond als hij nog sprak, kraaide de haan.
61 En de Heere Zich omkerende, zag Petrus aan; en Petrus werd indachtig het woord des Heeren, hoe Hij hem gezegd had: Eer de haan zal gekraaid hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen.
62 En Petrus naar buiten gaande, weende bitterlijk.