Van de baarmoeder af – Psalm 22 – advent
Dooppreek over: Van de baarmoeder af Psalm 22:10-11: Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af; van den buik mijner moeder aan zijt Gij mijn God. |
Van de baarmoeder af
Bijbelgedeelte Psalm 22 1 EEN psalm van David, voor den opperzangmeester, op Aijéleth hasscháchar. 2 Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten, verre zijnde van Mijn verlossing, van de woorden Mijns brullens? 3 Mijn God, ik roep des daags, maar Gij antwoordt niet; en des nachts, en ik heb geen stilte. 4 Doch Gij zijt heilig, wonende onder de lofzangen Israëls. 5 Op U hebben onze vaders vertrouwd; zij hebben vertrouwd en Gij hebt hen uitgeholpen. 6 Tot U hebben zij geroepen en zijn uitgered; op U hebben zij vertrouwd en zijn niet beschaamd geworden. 7 Maar Ik ben een worm en geen man, een smaad van mensen en veracht van het volk. 8 Allen die Mij zien, bespotten Mij; zij steken de lip uit, zij schudden het hoofd, zeggende: 9 Hij heeft het op den HEERE gewenteld, dat Hij Hem nu uithelpe, dat Hij Hem redde, dewijl Hij lust aan Hem heeft. 10 Gij zijt het immers, Die mij uit den buik hebt uitgetogen; Die mij hebt doen vertrouwen, zijnde aan mijner moeders borsten. 11 Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af; van den buik mijner moeder aan zijt Gij mijn God. |