Instelling Heilig Avondmaal – Mattheüs 26 – HA
Preek over: Instelling Heilig Avondmaal Mattheüs 26:26-28: En als zij aten, nam Jezus het brood, en gezegend hebbende, brak Hij het, en gaf het den discipelen, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam. |
Preek vanuit Poortkerk GG Kampen, 2016
Instelling Heilig Avondmaal
Bijbelgedeelte Mattheus 26: over instelling Heilig Avondmaal 19 En de discipelen deden gelijk Jezus hun bevolen had, en bereidden het pascha. 20 En als het avond geworden was, zat Hij aan met de twaalve. 21 En toen zij aten, zeide Hij: Voorwaar Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden. 22 En zij zeer bedroefd geworden zijnde, begon een iegelijk van hen tot Hem te zeggen: Ben ik het, Heere? 23 En Hij antwoordende zeide: Die de hand met Mij in den schotel indoopt, die zal Mij verraden. 24 De Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk van Hem geschreven is; maar wee dien mens door welken de Zoon des mensen verraden wordt; het ware hem goed, zo die mens niet geboren ware geweest. 25 En Judas, die Hem verried, antwoordde en zeide: Ben ik het, Rabbi? Hij zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. 26 En als zij aten, nam Jezus het brood, en gezegend hebbende, brak Hij het en gaf het den discipelen en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam. 27 En Hij nam den drinkbeker, en gedankt hebbende, gaf hun dien, zeggende: Drinkt allen daaruit. 28 Want dat is Mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testaments, hetwelk voor velen vergoten wordt, tot vergeving der zonden. 29 En Ik zeg u, dat Ik van nu aan niet zal drinken van deze vrucht des wijnstoks, tot op dien dag wanneer Ik met u dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk Mijns Vaders. |