Zoon van de koninklijke hoveling – Johannes 4
Preek over: De genezing zoon koninklijke hoveling Johannes 4:46-54: De koninklijke hoveling zei tot Hem: Heere, kom af, eer mijn kind sterft. Jezus zei tot hem: Ga heen, uw zoon leeft. En de mens geloofde het woord, dat Jezus tot hem zei en ging heen. |
Zoon van de koninklijke hoveling
Bijbelgedeelte Johannes 4 43 En na de twee dagen ging Hij vandaar, en ging heen naar Galiléa. 44 Want Jezus heeft Zelf getuigd dat een profeet in zijn eigen vaderland geen eer heeft. 45 Als Hij dan in Galiléa kwam, ontvingen Hem de Galileeërs, gezien hebbende al de dingen die Hij te Jeruzalem op het feest gedaan had; want ook zij waren tot het feest gegaan. 46 Zo kwam dan Jezus wederom te Kana in Galiléa, waar Hij het water wijn gemaakt had. En er was een zekere koninklijke hoveling, wiens zoon krank was, te Kapérnaüm. 47 Deze gehoord hebbende dat Jezus uit Judéa in Galiléa kwam, ging tot Hem en bad Hem dat Hij afkwame en zijn zoon gezond maakte; want hij lag op zijn sterven. 48 Jezus dan zeide tot hem: Tenzij dat gijlieden tekenen en wonderen ziet, zo zult gij niet geloven. 49 De koninklijke hoveling zeide tot Hem: Heere, kom af, eer mijn kind sterft. 50 Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw zoon leeft. En de mens geloofde het woord dat Jezus tot hem zeide, en ging heen. 51 En als hij nu afging, kwamen hem zijn dienstknechten tegemoet en boodschapten, zeggende: Uw kind leeft. 52 Zo vraagde hij dan van hen de ure in welke het beter met hem geworden was; en zij zeiden tot hem: Gisteren te zeven ure verliet hem de koorts. 53 De vader bekende dan, dat het op dezelve ure was in dewelke Jezus tot hem gezegd had: Uw zoon leeft. En hij geloofde zelf en zijn gehele huis. 54 Dit tweede teken heeft Jezus wederom gedaan, als Hij uit Judéa in Galiléa gekomen was. |