Man en vrouw, hoofd en hulp (deel 2) · Efeze 5, 1 Petrus 3

Preek: Bijbelse plek man en vrouw:
Efeze 5:23: Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams.
1 Petrus 3:1: Desgelijks gij vrouwen, zijt uw eigen mannen onderdanig

Twee preken gehouden voor de behandeling van Zondag 41 van de catechismus:
Deel 1: Huwelijk en seksualiteit
Deel 2: Man en vrouw, hoofd en hulp

PDF LEESPREEK

YouTube player
Preek over Bijbelse plek van Man en Vrouw

Schriftlezing Efeze 5

a. Rol vrouw in relatie man en vrouw

22 Gij vrouwen, weest uw eigen mannen onderdanig, gelijk den Heere;
23 Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams.
24 Daarom, gelijk de gemeente Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen haar eigen mannen in alles.

b. Rol man in relatie man en vrouw

25 Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zichzelven voor haar heeft overgegeven;
26 Opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord;
27 Opdat Hij haar Zichzelven zou heerlijk voorstellen, een gemeente die geen vlek of rimpel heeft of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk.

c. Man en vrouw in relatie tot beeld Christus

28 Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben gelijk hun eigen lichamen. Die zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelven lief.
29 Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het en onderhoudt het, gelijkerwijs ook de Heere de gemeente.

30 Want wij zijn leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen.
31 Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zal zijn vrouw aanhangen, en zij twee zullen tot één vlees wezen.
32 Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit ziende op Christus en op de gemeente.
33 Zo dan ook gijlieden, elk in het bijzonder, een iegelijk hebbe zijn eigen vrouw alzo lief als zichzelven; en de vrouw zie dat zij den man vreze.

Schriftlezing 1 Petrus 3

1 Desgelijks gij vrouwen, zijt uw eigen mannen onderdanig; opdat ook zo enigen het Woord ongehoorzaam zijn, zij door den wandel der vrouwen zonder woord mogen gewonnen worden,
2 Als zij zullen ingezien hebben uw kuisen wandel in vreze.
3 Welker versiersel zij, niet hetgeen uiterlijk is, bestaande in het vlechten des haars, en omhangen van goud, of van klederen aan te trekken,
4 Maar de verborgen mens des harten, in het onverderfelijk versiersel van een zachtmoedigen en stillen geest, die kostelijk is voor God.

5 Want alzo versierden zichzelven eertijds ook de heilige vrouwen, die op God hoopten, en waren haar eigen mannen onderdanig;
6 Gelijk Sara Abraham gehoorzaam is geweest, hem noemende heer, welker dochteren gij geworden zijt, als gij wel doet en niet vreest voor enige verschrikking.
7 Gij mannen insgelijks, woont bij haar met verstand, aan het vrouwelijke vat, als het zwakste, eer gevende, als die ook mede-erfgenamen der genade des levens met haar zijt; opdat uw gebeden niet verhinderd worden.