Delila en Simsons dood tempel Dagon (Richteren 16)
Preek: Delila en Simsons dood tempel Dagon
Richteren 16:30: En Simson zeide: Mijn ziel sterve met de Filistijnen; en hij boog zich met kracht, en het huis viel op de vorsten, en op al het volk, dat daarin was. En de doden, die hij in zijn sterven gedood heeft, waren meer, dan die hij in zijn leven gedood had.
Onderdeel van serie preken over Simson
Thema preek: Delila en Simsons dood in tempel Dagon
Het laatste van Gods kind en knecht Simson
1. Simsons ondergang
2. Gods overwinning
Schriftgedeelte Delila, Simsons dood tempel Dagon – Richteren 16:4-31:
Toen riep Simson tot den HEERE, en zeide: Heere, HEERE ! gedenk toch mijner, en sterk mij toch alleenlijk ditmaal, o God ! dat ik mij met een wrake voor mijn twee ogen aan de Filistijnen wreke.
En Simson vatte de twee middelste pilaren (van tempel Dagon), op dewelke het huis was gevestigd, en waarop het steunde, den enen met zijn rechterhand, en den anderen met zijn linkerhand;
En Simson zeide: Mijn ziel sterve met de Filistijnen; en hij boog zich met kracht, en het huis viel op de vorsten, en op al het volk, dat daarin was. En de doden, die hij in zijn sterven gedood heeft, waren meer, dan die hij in zijn leven gedood had.
Links bij preek Delila en Simsons dood tempel Dagon
– Vrijstad, schuilplaats voor bloedwreker (Jozua 20)
– Honing uit dode leeuw (Richteren 14)
– Vossen en fakkels, dorst in Lechi (Richteren 15)
Lees meer:
– Kanttekeningen Richteren 16