Bezetene Gadara genezen (Markus 5)

De genezing van de bezetene in Gadara
Preek Markus 5:18-20: En als Hij in het schip ging, bad Hem degene, die bezeten was geweest, dat hij met Hem mocht zijn. Doch Jezus liet hem dat niet toe, maar zeide tot hem: Ga heen naar uw huis tot de uwen, en boodschap hun, wat grote dingen u de Heere gedaan heeft, en hoe Hij Zich uwer ontfermd heeft.

Thema preek Markus 5: Bezetene in Gadara genezen

De genezing van de bezetene Gadara
1. Ontmoeting
2. Confrontatie
3. Reactie

PDF LEESPREEK

Schriftgedeelte Genezing bezetene Gadara – Markus 5:1-20:
En zij kwamen over op de andere zijde der zee, in het land der Gadarenen.
En zo Hij uit het schip gegaan was, terstond ontmoette Hem, uit de graven, een mens (bezetene Gadara) met een onreinen geest;
Dewelke zijn woning in de graven had, en niemand kon hem binden, ook zelfs niet met ketenen.
Want hij was menigmaal met boeien en ketenen gebonden geweest, en de ketenen waren van hem in stukken getrokken, en de boeien verbrijzeld, en niemand was machtig om hem te temmen.
En hij (bezetene Gadara) was altijd, nacht en dag, op de bergen en in de graven, roepende en slaande zichzelven met stenen.
Als hij nu Jezus van verre zag, liep hij toe, en aanbad Hem.
En met een grote stem roepende, zeide hij: Wat heb ik met U te doen, Jezus, Gij Zone Gods, des Allerhoogsten? Ik bezweer U bij God, dat Gij mij niet pijnigt!
(Want Hij zeide tot hem (bezetene Gadara): Gij onreine geest, ga uit van den mens!)
En Hij vraagde hem: Welke is uw naam? En hij antwoordde, zeggende: Mijn naam is Legio; want wij zijn velen.
En hij bad Hem zeer, dat Hij hen buiten het land niet wegzond.
En aldaar aan de bergen was een grote kudde zwijnen, weidende.
En al de duivelen baden Hem, zeggende: Zend ons in die zwijnen, opdat wij in dezelve mogen varen.
En Jezus liet het hun terstond toe. En de onreine geesten, uitgevaren zijnde, voeren in de zwijnen; en de kudde stortte van de steilte af in de zee (daar waren er nu omtrent twee duizend), en versmoorden in de zee.
En die de zwijnen weidden zijn gevlucht, en boodschapten zulks in de stad en op het land. En zij gingen uit, om te zien, wat het was, dat er geschied was.
En zij kwamen tot Jezus, en zagen den bezetene (bezetene Gadara) zittende, en gekleed, en wel bij zijn verstand, namelijk die het legioen gehad had, en zij werden bevreesd.
En die het gezien hadden, vertelden hun, wat den bezetene geschied was, en ook van de zwijnen.
En zij begonnen Hem te bidden, dat Hij van hun landpalen wegging.
En als Hij in het schip ging, bad Hem degene, die bezeten was geweest, dat hij met Hem mocht zijn.
Doch Jezus liet hem (bezetene Gadara) dat niet toe, maar zeide tot hem: Ga heen naar uw huis tot de uwen, en boodschap hun, wat grote dingen u de Heere gedaan heeft, en hoe Hij Zich uwer ontfermd heeft.
En hij ging heen, en begon te verkondigen in het land van Dekapolis, wat grote dingen hem Jezus gedaan had; en zij verwonderden zich allen.

Links: bij preek Bezetene Gadara genezen (Markus 5)
Schoonmoeder Petrus genezen (Markus 1)
Bloed vloeiende vrouw (Markus 5)
Johannes de Doper onthoofd (Markus 6)
Lees meer:
– Kanttekeningen bij Markus 5