Zij baarde haar eerstgeboren Zoon – Lukas 2 – kerst

Preek over: Zij baarde haar eerstgeboren Zoon
Lukas 2:7: En zij baarde haar eerstgeboren Zoon, en wond Hem in doeken, en leide Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg.

LEESPREEK

Bijbelgedeelte Lukas 2
1 En het geschiedde in diezelve dagen, dat er een gebod uitging van den keizer Augustus, dat de gehele wereld beschreven zou worden.
2 Deze eerste beschrijving geschiedde als Cyrénius over Syrië stadhouder was.
3 En zij gingen allen om beschreven te worden, een iegelijk naar zijn eigen stad.

4 En Jozef ging ook op, van Galiléa, uit de stad Nazareth, naar Judéa, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt (omdat hij uit het huis en geslacht Davids was),
5 Om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke bevrucht was.

6 En het geschiedde als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou.
7 En zij baarde haar eerstgeboren Zoon en wond Hem in doeken en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg.
8 En er waren herders in diezelve landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde.
9 En zie, een engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen, en zij vreesden met grote vreze.

10 En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal;
11 Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, Welke is Christus de Heere, in de stad Davids.
12 En dit zal u het teken zijn: Gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe.