Geboorte van Noach, hij zal ons troosten – Genesis 5 – advent
Preek over: De geboorte van Noach Genesis 5:29: En Lamech leefde honderd twee en tachtig jaren, en hij gewon een zoon. En hij noemde zijn naam Noach, zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk, en over de smart onzer handen. |
De geboorte van Noach
Bijbelgedeelte Genesis 5 1 DIT is het boek van Adams geslacht. Ten dage als God den mens schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis Godes. 2 Man en vrouw schiep Hij hen, en zegende hen en noemde hun naam Mens, ten dage als zij geschapen werden. 3 En Adam leefde honderd en dertig jaar en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde zijn naam Seth. 4 En Adams dagen, nadat hij Seth gewonnen had, zijn geweest achthonderd jaar; en hij gewon zonen en dochters. 5 Zo waren al de dagen van Adam, die hij leefde, negenhonderd jaar en dertig jaar; en hij stierf. 6 En Seth leefde honderd en vijf jaar, en hij gewon Enos. 7 En Seth leefde, nadat hij Enos gewonnen had, achthonderd en zeven jaar; en hij gewon zonen en dochters. 8 Zo waren al de dagen van Seth negenhonderd en twaalf jaar; en hij stierf. 9 En Enos leefde negentig jaar, en hij gewon Kenan. 10 En Enos leefde, nadat hij Kenan gewonnen had, achthonderd en vijftien jaar; en hij gewon zonen en dochters. 11 Zo waren al de dagen van Enos negenhonderd en vijf jaar; en hij stierf. 12 En Kenan leefde zeventig jaar, en hij gewon Mahaláleël. 13 En Kenan leefde, nadat hij Mahaláleël gewonnen had, achthonderd en veertig jaar; en hij gewon zonen en dochters. 14 Zo waren al de dagen van Kenan negenhonderd en tien jaar; en hij stierf. 15 En Mahaláleël leefde vijf en zestig jaar, en hij gewon Jered. 16 En Mahaláleël leefde, nadat hij Jered gewonnen had, achthonderd en dertig jaar; en hij gewon zonen en dochters. 17 Zo waren al de dagen van Mahaláleël achthonderd vijf en negentig jaar; en hij stierf. 18 En Jered leefde honderd twee en zestig jaar, en hij gewon Henoch. 19 En Jered leefde, nadat hij Henoch gewonnen had, achthonderd jaar; en hij gewon zonen en dochters. 20 Zo waren al de dagen van Jered negenhonderd twee en zestig jaar; en hij stierf. 21 En Henoch leefde vijf en zestig jaar, en hij gewon Methúsalah. 22 En Henoch wandelde met God, nadat hij Methúsalah gewonnen had, driehonderd jaar; en hij gewon zonen en dochters. 23 Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijf en zestig jaar. 24 Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer, want God nam hem weg. 25 En Methúsalah leefde honderd zeven en tachtig jaar, en hij gewon Lamech. 26 En Methúsalah leefde, nadat hij Lamech gewonnen had, zevenhonderd twee en tachtig jaar; en hij gewon zonen en dochters. 27 Zo waren al de dagen van Methúsalah negenhonderd negen en zestig jaar; en hij stierf. 28 En Lamech leefde honderd twee en tachtig jaar, en hij gewon een zoon. 29 En hij noemde zijn naam Noach, zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk en over de smart onzer handen, vanwege het aardrijk, dat de HEERE vervloekt heeft. 30 En Lamech leefde, nadat hij Noach gewonnen had, vijfhonderd vijf en negentig jaar; en hij gewon zonen en dochters. 31 Zo waren al de dagen van Lamech zevenhonderd zeven en zeventig jaar; en hij stierf. 32 En Noach was vijfhonderd jaar oud, en Noach gewon Sem, Cham en Jafeth. |