Verloren zoon – Preek Lukas 15
Preek: Gelijkenis van de verloren zoon
Lukas 15:11-19: En tot zichzelven gekomen zijnde, zeide hij: Hoe vele huurlingen mijns vaders hebben overvloed van brood, en ik verga van honger!
Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan, en ik zal tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u; En ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden; maak mij als een van uw huurlingen.
Thema preek Lukas 15: Gelijkenis verloren zoon (deel 1)
De gelijkenis van de vader en zijn twee zoons
1. De jongste zoon
2. De vader
Vervolg preek: preek Lukas 15: Gelijkenis verloren zoon (2)
Schriftlezing Lukas 15
a. De verloren zoon
En Hij zeide: Een zeker mens had twee zonen: En de jongste van hen zeide tot de vader: Vader, geef mij het deel des goeds, dat mij toekomt. En hij deelde hun het goed. Lukas 15 : 11, 12
b. De verloren zoon reist weg van zijn vader
En niet vele dagen daarna, de jongste zoon, alles bijeen vergaderd hebbende, is weg gereisd in een vergelegen land, en heeft aldaar zijn goed doorgebracht, levende overdadiglijk. Lukas 15:11-13
c. De redenen waarom hij terugging en zijn gebed
En als hij het alles verteerd had, werd er een grote hongersnood in datzelve land, en hij begon gebrek te lijden. En hij ging heen, en voegde zich bij een van de burgers van datzelve land; en die zond hem op zijn land om de zwijnen te weiden. En hij begeerde zijn buik te vullen met de draf, dien de zwijnen aten; en niemand gaf hem dien.
En tot zichzelven gekomen zijnde, zeide hij: Hoeveel huurlingen mijns vaders hebben overvloed van brood,
en ik verga van honger. Ik zal opstaan, en tot mijn vader gaan, en ik zal tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel, en voor u; en ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden; maak mij als een van uw huurlingen. Lukas 15:14-19.
d. Het welkom van de vader
En opstaande ging hij naar zijn vader. En als hij nog ver van hem was, zag hem zijn vader, en werd met innerlijke ontferming bewogen, en toelopende, viel hem om zijn hals, en kuste hem. En de zoon zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel, en voor u, en ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden. Lukas 15:20, 21.
e. Het uitdrukkelijk welkom van de vader
Maar de vader zeide tot zijn dienst knechten: Brengt hier voor het beste kleed, en doet het hem aan, en geeft een ring aan zijn hand, en schoenen aan de voeten. En brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn. Lukas 15:22, 23.
f. Hij was verloren en is gevonden
Want deze mijn zoon was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden. En zij begonnen vrolijk te zijn. En zijn oudste zoon was in het veld; en alzo hij kwam, en het huis genaakte, hoorde hij het gezang en het gerei. En tot zich geroepen hebbende een van de knechten, vraagde, wat dat mocht zijn.
En deze zeide tot hem: Uw broeder is gekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem gezond wederontvangen heeft. Maar hij werd toornig, en wilde niet ingaan. Zo ging dan zijn vader uit, en bad hem. Lukas 15:24-28.
g. De blindheid en vijandschap van zijn broeder
Doch hij antwoordende zeide tot de vader: Zie, ik dien u nu zo vele jaren, en heb nooit uw gebod overtreden, en gij hebt mij nooit een boksken gegeven, opdat ik met mijn vrienden mocht vrolijk zijn. Maar als deze uw zoon gekomen is, die uw goed met hoeren doorgebracht heeft, zo hebt gij hem het gemeste kalf geslacht.
En hij zeide tot hem: Kind, gij zijt altijd bij mij, en al het mijne is uwe. Men behoorde dan vrolijk en blijde te zijn, want deze uw broeder was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden. Lukas 15 : 29-32.
Samuel Rutherford over thuiskomst Verloren Zoon:
O, wat een hartelijk welkom is er tussen onze Heere en een thuiskomende zondaar. Dit thuiskomen, stelt Gods Geest op schrift in de laatste verzen. Eerst, hoe zijn vader hem ontving toen hij thuiskwam; en ten tweede, hoe zijn oudste broeder hem ontving, die verblijd had behoren te zijn over zijn thuiskomst.
Wat de vader van deze verloren zoon betreft, hij zag hem toen hij nog verre van hem was, en kent hem. Wie heeft een warm hart voor een thuiskomende zondaar als Christus het niet heeft? Toen Hij hem zag liep Hij op hem toe en viel hem om zijn hals en kuste hem.
Er is aan de zijde van Christus in het geheel geen woord van bestraffing wanneer het verloren kind tot Hem komt, maar Hij doet hem het beste kleed voortbrengen en hem aantrekken, en schoenen aan zijn voeten doen, en een ring aan zijn hand, en dan wordt er feest gehouden en is men vrolijk omdat hij weer terug en behouden is thuis gekomen. Het gemeste kalf wordt voor hem geslacht.