Grote Herder der schapen – Hebreeën 13 – afscheid

Afscheidspreek over: Grote Herder der schapen, de God des vredes
Hebreeën 13:20-21: De God nu des vredes, Die den grote Herder der schapen, Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u, hetgeen voor Hem welbehagelijk is.

Bijbelgedeelte Hebreeën 13
17 Zijt uw voorgangers gehoorzaam en zijt hun onderdanig; want zij waken voor uw zielen, als die rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende; want dat is u niet nuttig.
18 Bidt voor ons; want wij vertrouwen dat wij een goede consciëntie hebben, als die in alles willen eerlijk wandelen.

19 En ik bid u te meer dat gij dit doet, opdat ik te eerder ulieden moge wedergegeven worden.
20 De God nu des vredes, Die den groten Herder der schapen door het bloed des eeuwigen testaments uit de doden heeft wedergebracht, namelijk onzen Heere Jezus Christus,

21 Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u hetgeen voor Hem welbehaaglijk is, door Jezus Christus, Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.

22 Doch ik bid u, broeders, verdraagt het woord dezer vermaning; want ik heb u in het kort geschreven.
23 Weet dat de broeder Timótheüs losgelaten is, met welken (zo hij haast komt) ik u zal zien.
24 Groet al uw voorgangers en al de heiligen. U groeten die van Italië zijn.
25 De genade zij met u allen. Amen.