Jongeling van Naïn – Lukas 7

Preek over: De jongeling van Naïn
Lukas 7:11-12: En het geschiedde op den volgenden dag, dat Hij ging naar een stad, genaamd Naïn […] en ziedaar, een dode werd uitgedragen, die een eniggeboren zoon zijner moeder was.

Bijbelgedeelte Lukas 7:
10 En die gezonden waren, wedergekeerd zijnde in het huis, vonden den kranken dienstknecht gezond.
11 En het geschiedde op den volgenden dag, dat Hij ging naar een stad, genaamd Naïn, en met Hem gingen velen van Zijn discipelen en een grote schare.
12 En als Hij de poort der stad genaakte, ziedaar, een dode werd uitgedragen, die een eniggeboren zoon zijner moeder was, en zij was weduwe, en een grote schare van de stad was met haar.

13 En de Heere haar ziende, werd innerlijk met ontferming over haar bewogen, en zeide tot haar: Ween niet.
14 En Hij ging toe en raakte de baar aan (de dragers nu stonden stil) en Hij zeide: Jongeling, Ik zeg u, sta op.
15 En de dode zat overeind en begon te spreken; en Hij gaf hem aan zijn moeder.
16 En vrees beving hen allen, en zij verheerlijkten God, zeggende: Een groot profeet is onder ons opgestaan, en: God heeft Zijn volk bezocht.
17 En dit gerucht van Hem ging uit in geheel Judéa en in al het omliggende land.