Wie zal bestaan? · Preek Psalm 130 · voorbereiding
Preek Psalm 130:1-4: Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal bestaan? Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.
Thema: Wie zal bestaan?
Uit de diepten:
1. Roep ik
2. Bid ik
3. Belijd ik
4. Hoop ik
5. Vrees ik
Schriftlezing Psalm 130:
1 EEN lied Hammaäloth.
Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE.
2 Heere, hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen.
3 Zo Gij, HEERE, de ongerechtigheden gadeslaat, Heere, wie zal bestaan?
4 Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.
5 Ik verwacht den HEERE, mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn woord.
6 Mijn ziel wacht op den Heere, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den morgen.
7 Israël hope op den HEERE; want bij den HEERE is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing.
8 En Hij zal Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden.
Fragment preek: Wie zal bestaan?
Ik belijd, voor het aangezicht van die trouwe God, Die me hoort (wat staat in vers 3):
Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal bestaan?
Ik wil u vragen, gemeente, om in deze week van voorbereiding hierover na te denken.
Over deze vraag:
Als U, HEERE, de trouwe God van het verbond, de driemaal heilige God…
Als U, HEERE, mijn ongerechtigheden, mijn misdaden, mijn zonden en de schuld door
die zonden…
Als U die gadeslaat, als U die onderzoekend van alle kanten bekijkt …
En als U nu eens met Uw heilige ogen… daarnaar zou kijken…
Wat dan? Heere, goede God? Alwetende?
Hier is mijn hart… Het ligt open voor U…
Want U, HEERE, bent heilig.
De profeet Habakuk zegt: Gij zijt te rein van ogen dan dat Gij het kwade zou zien (1:13a).
Laten we, gemeente, geen kleine gedachten hebben van God.
En laten we ook geen gemakkelijke gedachten hebben over de zonde.
De zonde is verschrikkelijk. De zonde is erger dan de hel.
Want de zonde tart en beledigt de allerhoogste Majesteit.
De God voor wie u staat, tot wie u volgende week, avondmaalgangers, nadert is een
heilige God!
En ik moet belijden: Als U, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal
bestaan?
Je zegt: Hoe heilig is de HEERE dan? En hoe groot is de haat van God tegen zonde dan?
En hoe erg is de zonde dan?
Zo heilig is God, dat Hij de zonde niet ongestraft kon laten.
Zo heilig is God, dat het blinkende zwaard van Zijn heiligheid, Zijn liefste Zoon trof in
Zijn hart. En dat Hij de beker van Zijn toorn uitgoot in Zijn mond.
En Zijn zweet werd tot grote druppels bloed…
Kijk naar Gethsémané, kijk naar Golgotha!
Kijk naar de tekenen van brood en wijn.
En je ziet: de heiligheid van God, en de walgelijkheid van jezelf.
En dus kan je volgende week niet anders komen, dan met diepe schaamte.
Kijk naar Gethsémané, kijk naar Golgotha!
Kijk naar de tekenen van brood en wijn.
En je ziet: de onbegrijpelijke liefde van God in Christus.
En dus kan je volgende week niet anders komen, dan met diepe verwondering.