De HEERE zegene u en behoede u – Numeri 6 – afscheid
Afscheidspreek over: De HEERE zegene u en behoede u Numeri 6:24-26: De HEERE zegene u en behoede u; De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede. |
ALLEEN BEELD EN GELUID
De HEERE zegene u en behoede u
Bijbelgedeelte Numeri 6 13 En dit is de wet des nazireeërs: ten dage als de dagen van zijn nazireeërschap zullen vervuld zijn, zal hij dit brengen tot de deur van de tent der samenkomst: 14 Hij dan zal tot zijn offerande den HEERE offeren een volkomen eenjarig lam ten brandoffer en een volkomen eenjarig ooilam ten zondoffer, en een volkomen ram ten dankoffer, 15 En een korf ongezuurde koeken, koeken van meelbloem met olie gemengd, en ongezuurde vladen met olie bestreken, mitsgaders hun spijsoffer en hun drankoffers. 16 En de priester zal het voor het aangezicht des HEEREN brengen, en zal zijn zondoffer en zijn brandoffer bereiden. 17 Hij zal ook den ram ten dankoffer den HEERE bereiden, met den korf der ongezuurde koeken; en de priester zal zijn spijsoffer en zijn drankoffer bereiden. 18 Alsdan zal de nazireeër aan de deur van de tent der samenkomst het hoofd van zijn nazireeërschap bescheren; en hij zal het hoofdhaar van zijn nazireeërschap nemen, en hij zal het leggen op het vuur dat onder het dankoffer is. 19 Daarna zal de priester een gezoden schouder nemen van den ram en één ongezuurden koek uit den korf en één ongezuurde vlade; en hij zal ze op de handen des nazireeërs leggen, nadat hij zijn nazireeërschap afgeschoren heeft. 20 En de priester zal die bewegen ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN; het is een heilig ding voor den priester, met de borst des beweegoffers en met den schouder des hefoffers; en daarna zal die nazireeër wijn drinken. 21 Dat is de wet des nazireeërs, die zijn offerande den HEERE voor zijn nazireeërschap zal beloofd hebben, behalve wat zijn hand bekomen zal; naar zijn gelofte dewelke hij beloofd zal hebben, alzo zal hij doen naar de wet van zijn nazireeërschap. 22 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: 23 Spreek tot Aäron en zijn zonen, zeggende: Alzo zult gijlieden de kinderen Israëls zegenen, zeggende tot hen: 24 De HEERE zegene u en behoede u; 25 De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; 26 De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede. 27 Alzo zullen zij Mijn Naam op de kinderen Israëls leggen; en Ik zal hen zegenen. |