Preek Zondag 16: Gestorven en begraven
Het laatste van Zijn vernedering
1. Het moest
2. Het was echt
3. Het heeft nut
4. Het geeft troost
Het laatste van Zijn vernedering
1. Het moest
2. Het was echt
3. Het heeft nut
4. Het geeft troost
Maar dit zeg ik, broeders, dat de tijd voorts kort is. Want de gedaante dezer wereld gaat voorbij.
Op uw zaligheid wacht ik, HEERE!
Maar hij, vol zijnde des Heiligen Geestes, en de ogen houdende naar den hemel, zag de heerlijkheid Gods, en Jezus, staande ter rechterhand Gods.
Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning?
Want wij weten, dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.
Wat man leeft er, die de dood niet zien zal, die zijn ziel zal bevrijden van het geweld
van het grafs? Sela.
Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven.
En Mozes trok Aäron zijn klederen uit, en hij trok ze zijn zoon Eleazar aan; en Aäron stierf aldaar, op de hoogte diens bergs. Toen kwam Mozes en Eleazar van dien berg af.