De stamboom van Jezus – Mattheus 1 – advent
Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, den Zoon van David, den Zoon van Abraham.
Preek Advent: adventspreken gaan over de verwachting van de komende (en inmiddels gekomen) Messias, de Heere Jezus Christus.
—–
Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, den Zoon van David, den Zoon van Abraham.
En Lamech leefde honderd twee en tachtig jaren, en hij gewon een zoon. En hij noemde zijn naam Noach, zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk, en over de smart onzer handen, vanwege het aardrijk, dat de HEERE vervloekt heeft!
Op uw zaligheid wacht ik, HEERE!
Doch als zij hem niet langer verbergen kon, zo nam zij voor hem een kistje van biezen, en belijmde het met lijm en met pek; en zij legde het knechtje daarin, en legde het in de biezen, aan de oever der rivier
Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af; van den buik mijner moeder aan zijt Gij mijn God.
Toen zeide ik: Zie, Ik kom; in de rol des boeks is van Mij geschreven.
Een lied Hammaäloth. Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE!
Hoor naar mijn stem. Laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen. Zo Gij, HEERE de ongerechtigheden gadeslaat, HEERE, wie zal bestaan?
Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.
Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam Immanuël heten.
Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst.
En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf en de jonge leeuw en het mestvee tezamen, en een klein jonksken zal ze drijven.
Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isaï, Die staan zal tot een Banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn.
En daarom zal de HEERE wachten, opdat Hij u genadig zij, en daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme.
En die Man zal zijn als een verberging tegen de wind en een schuilplaats tegen de vloed; als waterbeken in een dorre plaats, als de schaduw van een zware rotssteen in een dorstig land.
Hij zal Zijn kudde weiden gelijk een herder; Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen, en in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden.
En Ik zal de blinden leiden door de weg, die zij niet geweten hebben.
Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen; met waarheid zal Hij het recht voortbrengen.
Christus is gegeven om te openen de blinde ogen, om de gebondenen uit te voeren uit de gevangenis, en uit het gevangenhuis, die in duisternis zitten.
Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken.
Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.
Het verlorene zal Ik zoeken, en het weggedrevene zal Ik wederbrengen, en het gebrokene zal Ik verbinden, en het kranke zal Ik sterken, maar het vette en het sterke zal Ik verdelgen, Ik zal ze weiden met oordeel.
Ulieden daarentegen die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen.
Deze zal groot zijn en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God de Heere zal Hem de troon Zijns vaders Davids geven.
En riep uit met een grote stem, en zeide: Gezegend zijt gij onder de vrouwen, en gezegend is de vrucht uws buiks!
En van waar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt?
Maar de engel zeide tot hem: Vrees niet, Zacharias, want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes.
Want grote dingen heeft aan mij gedaan Hij, Die machtig is, en heilig is Zijn Naam. En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over degenen, die Hem vrezen. Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm; Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten hunner harten.