Brood gebroken, dat is Mijn lichaam – Mattheüs 26 (audio)
En als zij aten, nam Jezus het brood, en gezegend hebbende, brak Hij het en gaf het den discipelen en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam.
Preken gehouden bij de bediening van het sacrament van het Heilig Avondmaal.
En als zij aten, nam Jezus het brood, en gezegend hebbende, brak Hij het en gaf het den discipelen en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam.
Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isaï, Die staan zal tot een Banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn.
Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal bestaan? Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.
Terwijl de Koning aan Zijn ronde tafel is, geeft mijn nardus zijn reuk.
De tekenen van brood en wijn
1. Wat het niet zijn
2. Wat ze wel betekenen
En als Hij gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis.
De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren.
Mijn duive, zijnde in de kloven der steenrotsen, in het verborgene ener steile plaats, toon Mij uw gedaante, doe Mij uw stem horen; want uw stem is zoet, en uw gedaante is liefelijk.
De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen.
En na de aardbeving een vuur; de HEERE was ook in het vuur niet; en na het vuur het suizen van een zachte stilte.
En het voorhangsel des tempels scheurde midden door.
En Ik zal de blinden leiden door de weg, die zij niet geweten hebben.
Want zovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods.
Wie is een God gelijk Gij, Die de ongerechtigheid vergeeft, en de overtreding van het overblijfsel Zijner erfenis voorbij gaat? Hij houdt Zijn toorn niet in eeuwigheid; want Hij heeft lust aan goedertierenheid.
Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.
O HEERE ! ik hoop op Uw heil, en doe Uw geboden.
als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open.