Bad der wedergeboorte – Titus 3 (beeld)
Niet uit de werken der rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes
Dooppreken gehouden bij de bediening van het sacrament van de Heilige Doop. Sommige dooppreken zijn bewerkt tot leespreken, van andere preken is er alleen een luister- of beeldpreek beschikbaar.
(zie playlist Youtube)
Niet uit de werken der rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes
En al het volk antwoordende zeide: Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen.
Toen kwam Jezus van Galiléa naar de Jordaan tot Johannes, om van hem gedoopt te worden.
Ik heb tot het zaad Jakobs niet gezegd: Zoekt Mij tevergeefs.
Aanschouw het verbond, want de duistere plaatsen des lands zijn vol woningen van geweld.
De troost van de Heilige Doop
1. Wat het doopwater niet doet
2. Wat het doopwater wel doet
3. Voor wie het doopwater bestemd is
En als acht dagen vervuld waren, dat men het Kindeken besnijden zou, zo werd Zijn Naam genaamd JEZUS.
Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet, want derzulken is het Koninkrijk Gods.
Als nu de overpriesters en Schriftgeleerden zagen de wonderheden, die Hij deed, en de kinderen, roepende in den tempel, en zeggende: Hosanna den Zone Davids ! namen zij dat zeer kwalijk.
Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden?
Die het vee zijn voeder geeft; aan de jonge raven, als zij roepen.
Te dien dage zal er een Fontein geopend zijn voor het huis Davids, en voor de inwoners van Jeruzalem, tegen de zonde en tegen de onreinigheid.
Zijn Naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal Zijn Naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in Hem gezegend worden; alle heidenen zullen Hem welgelukzalig roemen.
Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal.
En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden.
Toen stond Abraham des morgens vroeg op, en nam brood, en een fles water, en gaf ze aan Hagar, die leggende op haar schouder; ook gaf hij haar Ismaël, en zond haar weg.
En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.
Doch Mozes zeide tot het volk: Vreest niet, staat vast, en ziet het heil des HEEREN, dat Hij heden aan ulieden doen zal, want de Egyptenaars, die gij heden gezien hebt, zult gij niet weder zien in eeuwigheid. De HEERE zal voor ulieden strijden, en gij zult stil zijn.